Resten champignonteelt mogelijk geschikt voor waterzuivering
Een overblijfsel van de champignonteelt kan mogelijk worden ingezet om water te zuiveren van schadelijke stoffen, verwachten Utrechtse onderzoekers. Het gaat om het mengsel van schimmeldraden en paardenmest (substraat) dat resteert nadat de champignons geoogst zijn.
„Het substraat verlaagt onder andere de concentraties van bestrijdingsmiddelen en medicijnen in vervuild water”, zeggen wetenschappers Brigit van Brenk, Han Wösten en collega’s in vakblad Applied Microbiology and Biotechnology en tevens op de site van de universiteit van Utrecht.
Champignons groeien op gecomposteerde, gesteriliseerde paardenmest. Daarin worden graankorrels met schimmel gestopt, waarop vervolgens een netwerk van schimmeldraden ontstaat. Daaruit komen dan de paddenstoelen, legt de universiteit uit. Uiteindelijk blijft het substraat over, dat volgens de universiteit met name naar Duitsland gaat om daar nog als mest dienst te doen.
De onderzoekers probeerden het spul nu echter uit als waterzuiveraar. Ze deden onder meer het antimuggensmeersel DEET, cafeïne en het medicijn tegen epilepsie carbamazepine én substraat in het water. Na een aantal dagen bleek dat van de verschillende stoffen 10 tot zelfs 90 procent was verdwenen.
„Het is een vrij simpele, goedkope en duurzame manier om water te zuiveren. Maar er is nog wel een weg te gaan, hoor”, voorspelt Van Brenk.
„Van Brenk toonde met andere experimenten ook aan dat champignonsubstraat in staat is water te zuiveren van kleurstoffen en PFAS. Die resultaten zullen later dit jaar gepubliceerd worden”, aldus de universiteit.