Huurwet stevent af op meerderheid, formerende partijen verdeeld
De wet die de huurprijzen van honderdduizenden woningen omlaag moet brengen, kan rekenen op de steun van een flinke meerderheid van de Tweede Kamer. Maar de partijen die onderhandelen over een nieuw kabinet zijn verdeeld: PVV en NSC steunen de wet, VVD en BBB zijn fel tegen.
Demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) wil dat het puntenstelsel dat een maximumhuurprijs bepaalt voor meer woningen gaat gelden en harder afdwingbaar wordt. Naar schatting gaan de huren van 300.000 woningen door de wet gemiddeld 190 euro omlaag bij een nieuw contract.
Met name aan de rechterkant van de Kamer klinken grote zorgen dat het plan verhuren niet meer winstgevend maakt, waardoor veel huurwoningen worden verkocht. Peter de Groot (VVD) is daarom „mordicus tegen”, Mona Keijzer (BBB) sprak van een „een hypotheek op de portemonnee van anderen”.
De Jonge streeft naar een „balans” tussen betaalbare huurwoningen en winst voor verhuurders. Hij verwacht dat enkele tienduizenden tot mogelijk 160.000 huurwoningen worden „uitgepond”. Die verkoop ziet hij ook als een correctie op de beleggers die de afgelopen jaren juist woningen opkochten om te verhuren.
„Ik denk dat het meer is dan deze minister beweert”, zei PVV-Kamerlid Barry Madlener over de verwachte verkoop. Toch vindt hij de wet „noodzakelijk en verstandig”. Merlien Welzijn (NSC) was ook positief: „we zien een wet waarin de balans behoorlijk ragfijn gevonden is.”
Kamerleden hebben meer dan twintig voorstellen ingediend om de wet van De Jonge aan te passen. Sommige bevoordelen huurders, andere juist verhuurders. De Groot zei door al die voorstellen de stemming over de wet te willen uitstellen. „Nog een vertragingspoging”, reageerde Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) verontwaardigd.
Keijzer wees op de „afkoelperiode” na het indienen van amendementen die de parlementaire-enquêtecommissie over de toeslagenaffaire voorstelde. Een fractie die om goed bestuur geeft, zou de stemming over de huurwet dus moeten uitstellen, beet ze Welzijn toe. „Hoe serieus neemt de fractie van NSC zichzelf?” De stemming gaat naar verwachting donderdag door.
„Ik denk niet dat de heer De Groot en ik het helemaal eens gaan worden”, zei De Jonge. „Dat heeft er ook mee te maken dat we verschillend kijken naar de vraag voor wie je kiest, de huurder of de verhuurder.”
De Groot reageerde daar geïrriteerd op. „Ik laat me niet aanpraten dat ik hier niet voor de huurders sta.”
„Ik begrijp niet zo goed waarom de heer De Groot zo boos wordt”, verweerde de minister zich. „Omdat ik de honderden vragen heb gelezen die hij heeft gesteld. Die zijn nogal vanuit het perspectief van de verhuurder gesteld. Sterker nog, ik herken ze uit de documenten van Vastgoed Belang.”