In het debat over de enquête naar de bekritiseerde fraudeaanpak waardoor veel mensen in de financiële ellende terechtkwamen, gaf Mulder aan dat hij wél voorstander is van goede „checks en balances”. Juist een systeem waarbij tegenwicht werd geboden werkte niet goed in het toeslagenschandaal.

Maar de grootste partij voelt er niets voor om de aanpak van fraude te veel af te zwakken. „De PVV wil dat Nederland geen luilekkerland wordt voor criminelen en profiteurs”, aldus het Kamerlid. Er zijn genoeg voorbeelden waarbij de overheid juist harder moet optreden, vindt hij. „Bijvoorbeeld bij mensen die een uitkering aanvragen, maar ondertussen een dikke auto voor de deur hebben staan, zwart bijverdienen en een huis in het buitenland te hebben.”

Het PVV-Kamerlid laat dan ook weten niet zonder meer de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie te omarmen. In het rapport Blind voor mens en recht leest Mulder aanbevelingen „waar je alle kanten mee op kan”. Veel hangt af van de invulling, stelt hij.

SP-leider Jimmy Dijk wierp in het debat tegen dat de commissie in de aanbevelingen deze zaken juist ondervangt. „In de aanbevelingen zélf wordt dit weerlegd. U bent dingen aan het zoeken om niet de aanbevelingen over te nemen. Dat vind ik zonde.”

Veel partijen keken naar de PVV in het debat. De grootste partij in de Tweede Kamer, momenteel de PVV, krijgt normaal gesproken het initiatief om met een voorstel te komen waarin de Tweede Kamer uitspreekt zich achter een enquêterapport te scharen. Maar volgens Mulder is dat een rare vorm. „Ik heb de ellende niet veroorzaakt”, aldus de PVV’er, maar de regering. „Die moeten we ter verantwoording roepen. Dat doe je door een motie in te dienen, Kamerbreed, waarin gevraagd wordt om een reactie van het kabinet”.

Op vragen van DENK gaf het PVV-Kamerlid overigens aan nog steeds „gewoon voorstander” te zijn van het noteren van iemands (tweede) nationaliteit. Als er door mensen van een bepaalde nationaliteit bijvoorbeeld relatief veel fraude wordt gepleegd, „dan mag dat best een indicator zijn”, vindt hij. „Daar is niets fout of racistisch of raar aan.”