Van Lienden had aan het begin van de coronapandemie publiekelijk aangegeven zonder winstoogmerk te werken. Achteraf bleek dat ze de bestelling uitvoerden namens hun commerciële bedrijf Relief Goods Alliance (RGA) in plaats van hun Stichting Hulptroepen Alliantie (SHA). De overheid wil nu via de rechter de miljoenen terug die met de handel in mondkapjes zijn verdiend.

Damme vertelde de rechter dat alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, hem persoonlijk erg heeft getroffen. „Ik heb te maken gehad met doodsbedreigingen, aantoonbare leugens die over mij zijn verteld, mijn carrière is totaal gebroken.” Hij probeert naar eigen zeggen „op constructieve wijze” de kwestie op te lossen. „Ik hoop dat dit gaat lukken.”

Van Lienden en de advocaat van Van Gestel benadrukten ook dat het voor iedereen duidelijk was met wie er zaken gedaan werd en dat de drie winst konden maken. „Dat kan ik met de hand op mijn hart zeggen”, zei Van Lienden. Hij had lange tijd geen advocaat omdat hij die naar eigen zeggen niet kon betalen, omdat er beslag is gelegd op zijn bankrekeningen. Over die beslaglegging dient dinsdagochtend een kort geding.

„De beeldvorming heeft tot ongelooflijke publieke verontwaardiging geleid”, zei Van Gestel. Hij legde uit dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aandrong op geheimhouding van de deal en dat hij veel spijt heeft dat hij daarmee akkoord is gegaan. Dat ze „gillend rijk” zouden worden van deze deal - zoals zij zeiden in later opgedoken geluidsopnames - was volgens zijn advocaat „ironisch bedoeld”.

Van Gestel benadrukte tegenover de rechters dat de stichting SHA miljoenen beschermingsmiddelen heeft geleverd aan 7500 klanten, allemaal zonder winstoogmerk. „Honderdduizenden zorgmedewerkers hebben we kunnen beschermen. Daar deden we het voor.” Van Gestel noemde het „de wereld op zijn kop” dat hem nu misleiding wordt verweten.

Van Gestel zegt bereid te zijn te praten over een schikking, maar dat hij eerdere voorstellen afwees door „onacceptabele voorwaarden”.