De ambtenaren regeren
We beginnen het behoorlijk te merken. Ik heb het dan natuurlijk over de lange formatie. Afval wordt niet meer opgehaald, belastingen niet geïnd en toeslagen niet uitbetaald. De levering van stroom en water wordt om de haverklap onderbroken. Winkels worden niet bevoorraad, wegen niet onderhouden en nu schijnt zelfs de uitbetaling van de AOW in gevaar te zijn.
Voor wie zich nu de ogen uitwrijft: dit is natuurlijk allemaal onzin. En gelukkig maar. Het viel me juist de afgelopen weken weer op hoe onverstoorbaar alles in de maatschappij z’n gang gaat. Zo’n vijf maanden na de verkiezingen is er namelijk nog steeds geen zicht op een kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Sterker: ik vrees dat zelfs de informateurs iedere avond weer met angst en beven X bekijken om te zien of een van de onderhandelaars op dit vroegere Twitter niet helemaal los gaat op iemand die de hele dag naast hem aan de onderhandelingstafel heeft gezeten.
Maar hoe het ook zij, ook zonder een formele regering wordt het land blijkbaar prima bestuurd. Door het demissionaire kabinet, maar vooral door al die ambtenaren en semiambtenaren die, ongeacht de verkiezingsuitslag, gewoon blijven doen wat ze altijd deden: de boel draaiend houden. Bij onze zuiderburen, waar ze al veel langer te maken hebben met eindeloze coalitieonderhandelingen, is het een gezegde dat eigenlijk de ambtenaren regeren. En hoeveel grappen er over dat soort werknemers ook gemaakt worden, zonder hen zou iedere regeringswissel een drama zijn.
Als je erop gaat letten, is het trouwens toch bizar hoe goedgeorganiseerd alles in onze maatschappij is. Van bestuurders die beleidsstukken schrijven tot de werknemer die diep onder de grond de spuithoogte van de fonteintjes afstelt die in het centrum van mijn woonplaats in meanderende rijen langs de straten staan. Bij het passeren, op weg naar de supermarkt, hoor ik hoe hij vanuit een diepe put naar zijn collega boven de grond schreeuwt hoe hoog de waterstraal moet reiken. „Lager! Nóg lager… Iets hoger. Ja, zo goed, niks meer aan doen”, roept die terug.
Met verende tred loop ik door. Zolang in dit land de kleinste fonteintjes nog handmatig worden afgesteld, zodat de waterstraal vooral niet een paar centimeter te hoog of te laag uitkomt, heb ik alle vertrouwen in de ambtenarenregering.