Buitenland

Libanezen betogen massaal tegen regering

Ruim 100.000 Libanezen hebben maandag in Beiroet gedemonstreerd tegen de regering. Het was een week geleden dat de Libanese ex-premier Rafiq Hariri door een bomaanslag om het leven kwam. Door de moord zijn de spanningen rond de politieke en militaire invloed van Syrië in Libanon hoog opgelopen.

Buitenlandredactie
22 February 2005 11:05Gewijzigd op 14 November 2020 02:15

Tegen de door Syrië gesteunde Libanese regering van premier Omar Karami komt steeds meer verzet van de bevolking. Veel Libanezen vermoeden dat Syrië achter de aanslag op de populaire Hariri zit en eisen het vertrek van de regering. De ex-premier en miljardair Hariri was de drijvende kracht achter de naoorlogse wederopbouw van Libanon. Hij stapte in oktober op als premier wegens een machtsstrijd met Syrisch president Bashar Assad. Het conflict betrof vooral de invloed van Syrië. Damascus en Beiroet ontkennen iets met de moordaanslag te maken te hebben.

Het protest tegen Syrië was het grootste sinds dat land voor het eerst troepen naar Libanon stuurde, een jaar nadat daar in 1975 een burgeroorlog was uitgebroken. Veel bedrijven en scholen waren maandag gesloten, zodat zo veel mogelijk mensen de straat op konden.

De politie hield bussen aan de randen van de hoofdstad tegen, maar de meeste demonstranten gingen te voet verder. Zij verzamelden zich op het plein bij de moskee waar het lichaam van Hariri is bijgezet. Velen van hen droegen een rood-witte sjaal, als symbool van de „onafhankelijkheidsopstand.” Zo noemt de oppositie haar campagne om van de pro-Syrische regering en de circa 14.000 Syrische militairen in Libanon af te komen. De demonstranten kondigden aan elke nacht een wake bij de moskee te zullen houden totdat de daders van de moord zijn gevonden.

De oppositie bereikte maandag dat het parlement volgende week plenair gaat debatteren over de moord en de situatie die daarna is ontstaan. De pro-Syrische parlementsvoorzitter, Nabih Berri, stemde in met het debat.

De Europese Unie heeft zich maandag aangesloten bij de Amerikaanse roep om een internationaal onderzoek naar de moordaanslag. Libanon heeft gezegd te zullen meewerken met een onderzoeksteam van de Verenigde Naties, dat deze week in Beiroet wordt verwacht. Een volledig internationaal onderzoek wijst de regering echter af.

In een toespraak in Brussel riep de Amerikaanse president George Bush maandag Syrië ertoe op de bezetting van Libanon te beëindigen. Hij zei dat de Libanezen het slachtoffer zijn van de agressie van het buurland.

Ook in Syrië is actie gevoerd voor de terugtrekking van het leger uit het buurland. Ruim zestig intellectuelen en mensenrechtenactivisten gaven een verklaring uit waarin ze de eisen van de Libanese oppositie ondersteunen.

President Assad van Syrië is bereid tot „spoedige” terugtrekking zoals die is geregeld in het Taif-akkoord, dat in 1989 formeel een eind maakte aan de Libanese burgeroorlog. Dat zei secretaris-generaal Amr Moussa van de Arabische Liga, die in Damascus met de president heeft gesproken. Volgens het Taif-akkoord zou Syrië beginnen met de terugtrekking van troepen uit Libanon binnen twee jaar na het einde van de burgeroorlog. Er staat echter geen uiterste datum in waarop die moest zijn voltooid. Het Syrische staatspersbureau SANA berichtte wel over het onderhoud tussen Assad en Moussa, maar maakte geen enkele melding van plannen voor een spoedige terugtrekking uit Libanon.

Moussa zei dat Assad ook grote belangstelling had getoond voor de uitslag van het onderzoek naar de moord op Hariri en dat hij zich positief had uitgelaten over deelname van een VN-commissie daaraan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer