De codex, geschreven in koptisch schrift op Egyptisch papyrus, dateert uit de periode 250-350 na Christus en werd samengesteld in een van de oudste christelijke kloosters, in Egypte. Het liturgische boek, dat 104 bladzijden (52 bladen) telt, bevat onder andere de Bijbelboeken Jona en 1 Petrus, een gedeelte van het apocriefe boek 2 Makkabeeën en een preek voor op de paasmorgen.

De codex is van bijzonder grote historische waarde, tekende persbureau Reuters op uit de mond van Eugenio Donadoni, seniorexpert middeleeuwse  handschriften en renaissancehandschriften bij Christie’s. „Het was juist in die periode dat de papyrusrol begon te veranderen in de codexvorm – een overgangsperiode dus. Er kwamen dus boeken zoals we die vandaag nog steeds kennen.”

Volgens Donadoni gebruikten de monniken in Opper-Egypte het boek bij „de vroegste paasvieringen, slechts een paar honderd jaar na Christus en, zeg, honderd jaar nadat het laatste Evangelie was geschreven.”

Het is, aldus de specialist, aan het droge klimaat in Egypte te danken dat de codex behouden bleef. „Alle belangrijke vondsten van christelijke manuscripten uit de derde en vierde eeuw die in de negentiende en twintigste eeuw zijn gedaan, zijn in Egypte gedaan, vanwege de precies juiste klimatologische omstandigheden.”

De codex werd ontdekt in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Tot 1981 bevond hij zich op de Universiteit van Mississippi. Na enkele omzwervingen werd hij in 1988 aangekocht door de gerenommeerde Noorse manuscriptverzamelaar dr. Martin Schøyen . Schøyen laat de codex nu veilen, samen met andere werken uit zijn enorme collectie. Daaronder bevinden zich de Holkham Hebreeuwse Bijbel en de Geraardsbergen Bijbel, maar bijvoorbeeld ook Griekse literatuur en humanistische meesterwerken.

Een selectie was van 2 tot 9 april te zien bij Christie’s in New York; van 18 tot 23 april is dat het geval bij Christie’s in Parijs. De uiteindelijke veiling heeft plaats op 11 juni bij Christie’s in Londen.