PVV moet integreren én kader leveren
„Als Nederland zijn virtuoze niveau van democratie en rechtsstaat wil behouden, dan moeten nieuwe en oude ideologische bewegingen en partijen geïntegreerd worden in een zuilen- of poldersysteem. Daarom moet voor de PVV, BBB, DENK, VOLT en andere partijen ruimte worden gemaakt, terwijl er voor bijvoorbeeld de SGP ruimte moet blijven.”
Dat stelde socioloog dr. Eric Hendriks dinsdagavond in de Tweede Kamer tijdens een hoorzitting over de weerbaarheid van de democratie. Hendriks is verbonden aan het Danube Instituut, een conservatieve denktank in Hongarije. Hij sprak met de Kamerleden via een videoverbinding vanuit het Oost-Europese land. Voorafgaand aan de vergadering had hij zijn opvattingen ook al in een essay aan de Kamer laten weten.
Het vertrouwen van Nederlanders in politici, rechters en ambtenaren staat onder druk. De Tweede Kamer is daarover bezorgd. Binnenkort volgt er een Kamerdebat over dit thema. Als voorbereiding daarop organiseerde de vaste commissie voor binnenlandse zaken een hoorzitting met deskundigen. Een van hen was Hendriks.
Volgens de socioloog moet er snel iets veranderen. „Want als de PVV-aanhang denkt dat hun ideologische groep nooit burgemeesters, hoogleraren, rechters en topambtenaren aan zal mogen leveren, dan zal dit hun vertrouwen in instituten nog verder verkleinen. De leus „D66-rechters” gaat al langer rond.”
Maar volgens Hendriks moet de liefde wel van twee kanten komen: „Ons bestel moet tolerant zijn tegenover de PVV en nationaal-conservatisme, maar de PVV moet ondertussen wel een kader aanleveren dat politieke en maatschappelijke verantwoordelijkheden kan dragen. Op dit vlak is de PVV tot op heden ernstig tekortgeschoten, mede vanwege zijn rechtspopulistische ideologie, waarin het wantrouwen tegen kennisinstituten zit ingebakken.”
Verzwakken
Overigens verwacht Hendriks niet dat de PVV en andere nieuwe ideologische groepen in een vernieuwd zuilen- of poldersysteem zullen worden geïntegreerd: „Daarom zullen grote delen van het electoraat zich blijvend door „de politiek” verraden voelen. Dit zal onze democratische politieke cultuur en instituten verzwakken.”
Nederland zal dan afglijden naar de situatie waarin de kwaliteit van de rechtsstaat te vergelijken is met die van Hongarije en Polen. Dat is volgens Hendriks geen schande want Hongarije en Polen functioneren in zijn ogen redelijk goed. Maar voor Nederland zal dat een teruggang zijn: „Een politieke cultuur van polarisatie en wantrouwen zal onderdoen voor de democratische en bestuurlijke virtuositeit van vorige generaties Nederlanders.”
Het functioneren van rechtsstaat en democratie in Nederland steunt volgens Hendriks op formele instituten en het publieke vertrouwen in deze instituten. „Deze instituten en hun gezag zijn geen natuurlijk uitgangspunt, maar een verworvenheid. We hebben deze verworvenheid te danken aan onze tradities en voorouders.”