Rekenkamer: toezicht provincie Gelderland schiet tekort
De provincie Gelderland houdt onvoldoende toezicht op gemeenten en waterschappen, concludeert de Rekenkamer Oost-Nederland. „Zelden treffen we een situatie aan waarbij beleid en uitvoering zo ver uit elkaar liggen”, schrijven de onderzoekers in een rapport.
Provincies moeten toezicht houden op de uitvoering van een aantal wettelijke taken door gemeenten en waterschappen en bij gemeenschappelijke regelingen. Het gaat om taken binnen het omgevingsrecht, de ruimtelijke ordening, de huisvesting van statushouders en „monumenten en archeologie”, beschrijft de Rekenkamer.
De provincie Gelderland heeft het toezicht ingedeeld in verschillende thema’s. Op de thema’s Omgeving en Archief & Informatiebeheer is het toezicht „al jaren gebrekkig en niet conform beleid”, aldus de Rekenkamer. „Dit ondanks signalen die duidelijk om aandacht vroegen.” De belangrijkste redenen dat het toezicht niet op orde is, zijn „capaciteitsproblemen, onvoldoende bijsturing en een onduidelijke wijze van prioritering”.
En dit alles terwijl Gedeputeerde Staten zelf volgens de Rekenkamer wel het belang van bijvoorbeeld goed archiefbeheer erkent en heeft opgenomen in het beleid. Gedeputeerde Staten noch Provinciale Staten had echter in de praktijk voldoende aandacht voor het toezicht op dit soort minder politiek spannende terreinen, stelt de Rekenkamer. Provinciale Staten - het ‘parlement’ van een provincie - vroeg hier ook nauwelijks op door. „Een enkel Statenlid” gaf bij de Rekenkamer zelfs aan er weinig belangstelling voor te hebben, zo staat in het rapport. Dit staat „in schril contrast” met de aandacht die er was voor het toezicht op een ander domein: de huisvesting van statushouders door gemeenten. Dit onderdeel is daardoor „veel systematischer ingericht”.
Volgens de Rekenkamer is er „serieus werk aan de winkel” om de uitvoering van het toezicht weer in lijn met het eigen beleid te krijgen. In het rapport doet het instituut daar verschillende aanbevelingen voor.
Ook de provincie wijst naar „personele problemen”. Bovendien was het binnen het nieuwe college volgens een woordvoerster „even niet duidelijk” welke gedeputeerde verantwoordelijk was voor het toezicht. Inmiddels is gedeputeerde Helga Witjes „bijgepraat” en is begonnen met een „inhaalslag”. Een verdere reactie van de provincie op het rapport komt later.