Rooms-Katholieke Kerk groeit (maar niet in Nederland)
Het aantal rooms-katholieken neemt wereldwijd toe, vooral in Afrika en Zuid-Amerika. Maar in Nederland hangt de vlag er anders bij: daar krimpt de Rooms-Katholieke Kerk al jaren.
Liefhebbers van kerkelijke cijfers werden vorige week op hun wenken bediend: het Vaticaan publiceerde honderden pagina’s statistieken, gebundeld in het Pauselijk Jaarboek 2024 en het Statistisch Jaarboek 2022. In Nederland verscheen zaterdag de Pius Almanak, het jaarboek met „alle katholieke adressen” in het land. Daarin staan ook de „kerncijfers” van de Rooms-Katholieke Kerk, die het Nijmeegse onderzoeksbureau Kaski ieder jaar in opdracht van de Nederlandse bisschoppen opstelt.
Gedoopt
De Vaticaanse statistieken laten zien dat wereldwijd het aantal gedoopte rooms-katholieken steeg van 1,376 miljard in 2021 tot 1,390 miljard in 2022, een toename van bijna 0,99 procent. In dezelfde periode groeide de wereldbevolking met 0,83 procent.
De grootste stijging –3 procent– was in Afrika. Noord- en Zuid-Amerika noteerden een groei van 0,9 procent, Azië van 0,6 procent, terwijl Europa en Oceanië gelijk bleven.
Bijna de helft van alle rooms-katholieken (48 procent) woont in Noord- en Zuid-Amerika. Brazilië telt het hoogste aantal ter wereld: 180 miljoen.
Het aantal priesters blijft maar dalen, vooral in Europa. In 2022 waren er in totaal 407.730, een verlies van 142. Hetzelfde geldt voor het aantal leden van religieuze ordes: ook zij hebben met krimp te maken.
Kerksluiting
De ontkerkelijking gaat in Nederland nog een stapje sneller dan in veel andere landen, laat het Kaskirapport zien. In 2022 –het meest recente jaar in het onderzoek– noemden 3.607.000 Nederlanders zich rooms-katholiek. Een jaar eerder waren dat er 60.000 meer. Ter vergelijking: in tien jaar tijd verloor de kerk ruim een half miljoen leden.
Het peillood dat het Kaski gebruikte leverde nog meer gegevens op: de doopsels namen af van 19.680 in 2012 tot 7545 in 2022. Het aantal kerkgangers per weekend verminderde in die periode van 248.700 naar onder de 100.000.
De krimp van de laatste decennia heeft grote gevolgen voor het aantal rooms-katholieke parochies en kerken in Nederland. Plaatselijke gemeenten moeten fuseren en gebouwen krijgen een andere bestemming. Zo nam het aantal parochies af van 1600 in het jaar 2000 tot 624 in 2022. In twintig jaar tijd sloten zeker 500 kerken hun deuren. In 2022 waren er nog 1275 over.
Zondag
Parochies moeten dus rekening houden met krimp. „Voortgaande krimp van het aantal parochianen, en daarmee minder actieve vrijwilligers en financiële inkomsten, betekent dat sluiting of herbestemming van (kerk)gebouwen nodig kan zijn, zowel in steden als op het platteland”, citeerde het Friesch Dagblad dinsdag bisschop C.F.M van den Hout van het bisdom Groningen-Leeuwarden.
Van den Hout hield het niet bij die waarschuwing. Hij constateerde dat parochianen zich er op moeten instellen dat ze straks verder moeten reizen voor een eucharistieviering. Tegelijk zou de zondag een „impuls” moeten krijgen met bijvoorbeeld aansluitend een gezamenlijke maaltijd of catechese.