CNV wil christelijk gedachtegoed nadrukkelijker uitdragen
In de media presenteerde CNV zich vaak al als één organisatie. In werkelijkheid bestond de vakbond uit vier kleinere bonden. Dat is nu verleden tijd. „We willen nog nadrukkelijker met één stem spreken.”
Op vrijdag 1 april fuseerden CNV Vakcentrale, CNV Vakmensen, CNV Connectief en CNV Jongeren tot één CNV. Voorzitter Piet Fortuin spreekt van een historische mijlpaal. „Voor het eerst in ons meer dan honderdjarige bestaan vormen wij één organisatie.”
Welke voordelen gaat deze fusie opleveren?
„Binnen de vakbond leefde de fusiewens al langer. De vier afzonderlijke bonden deelden hetzelfde gedachtegoed, hetzelfde logo en ze komen voort uit dezelfde traditie. Waarom zou je dan nog gescheiden optrekken? Door onze krachten te bundelen willen we een verbindend geluid laten horen in tijden van toenemende polarisatie in de samenleving.
Daarbij hadden de kleinere bonden alle vier een eigen afdeling voor administratieve en juridische zaken. Ook die hebben we nu samengevoegd. Dat levert een kostenbesparing op. We hopen zo ook efficiënter te worden: met bijvoorbeeld één marketingafdeling loop je minder het risico om dingen dubbel te doen.”
Vindt u het geen aderlating dat er geen jongerentak meer is?
„CNV Jongeren gaat ook op in de fusie, maar we houden wel een speciale jongerenafdeling. Leden tot 28 jaar krijgen een eigen jongerenraad met een eigen voorzitter. Die zal in Den Haag het gezicht zijn van deze CNV’ers en lobbyen voor hun specifieke belangen. Jonge CNV-leden zullen dus niet tussen wal en schip belanden.”
In hoeverre was de fusie noodzakelijk? Spelen dalende ledenaantallen een rol?
„Hoewel we door de fusie veel kosten besparen, zitten er geen bedrijfseconomische motieven achter. Met 230.000 leden zijn we de tweede vakbond van het land. Zorgen hierover hebben we dus niet.
Ik zie de versmelting als een min of meer natuurlijke ontwikkeling. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw telde het CNV zo’n twintig bonden: een bond voor de industrie, de handel, het vervoer, enzovoort. Tot vorige week waren al die bonden al gefuseerd tot vier. Nu is er nog één over. Dat sluit beter aan bij de belevingswereld van onze achterban. Negen op de tien leden zeggen: ik ben gewoon lid van het CNV.”
„Negen op de tien leden zeggen: ik ben gewoon lid van het CNV” - Piet Fortuin, CNV-voorzitter
Gaat er nu geen specialistische kennis verloren?
„We doen er alles aan om dat te voorkomen. We hebben meer dan honderd onderhandelaars. Die hebben allemaal hun eigen vakgebied. De een weet veel van het onderwijs, de ander van de handel en een derde van de industrie. We zorgen ervoor dat dit zo blijft. Hierdoor kunnen we met specialistische kennis vakwerk blijven leveren aan de verschillende cao-onderhandelingstafels.’’
Maakt de fusie binnen het CNV het makkelijker om over een jaar of vijftien samen te gaan met de FNV?
„Zeg nooit nooit, maar onze waarden liggen wel erg ver uit elkaar. Ik denk dat ik een fusie dus nooit zal meemaken. De FNV redeneert nog steeds in klassentegenstellingen. Het CNV ziet de werkgever niet als de vijand. Vanuit onze christelijk-sociale traditie leggen wij de nadruk op verantwoordelijkheid en vertrouwen.
Met verantwoordelijkheid bedoelen we dat we als werknemer niet altijd de bal bij de overheid en de werkgevers neerleggen, maar ook zelf met oplossingen komen. Met vertrouwen bedoelt het CNV dat we bruggen willen slaan en niet in wij-zij-tegenstellingen willen denken. Met één CNV willen we dit verhaal, gedreven door ons christelijke gedachtegoed, nog krachtiger dan voorheen uitdragen.”
voorzitter Piet Fortuin over de fusie binnen het CNV