De centrum–rechtse regeringspartij Sociaal–Democratische Partij (PSD) van premier Pedro Santana Lopes zou kunnen rekenen op tussen 23 en 28 procent van de stemmen. Naar schatting 8,75 miljoen Portugezen waren zondag verplicht hun stem uit te brengen.

De PS zal tussen 117 en 136 zetels bezetten in de 230 koppen tellende volksvertegenwoordiging tegen 62 tot 78 voor de PSD, die sinds 2002 aan de macht is. Sinds het aantreden van een regering onder leiding van de PSD zijn 150.000 banen verloren gegaan.

De socialistische partijleider Sócrates beloofde in de verkiezingscampagne arbeidsplaatsen te creëren door meer geld uit te trekken voor technologische ontwikkeling en onderwijs. Verder is hij van plan te bezuinigen door fors te snijden in het ambtenarenapparaat.

„Ik heb meer regeringen gezien, waaronder arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan, maar ik heb nog nooit een regering gezien die in korte tijd zoveel banen verloor", zei Sócrates in een televisiedebat vooraf aan de verkiezingen tegen Pedro Santana Lopes.

De socialistische president Jorge Sampaio liet eind december weten nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Hij besloot daartoe, omdat hij door een politieke crisis zijn vertrouwen in de rechtse regeringsploeg had verloren. De crisis ontstond toen de minister van Sport opstapte.

De Communistische Partij kreeg 7,6 van de stemmen en dertien zetels, één meer dan in het zittende parlement. Het extreem–linkse blok BE boekt de grootste vooruitgang: het stijgt van drie naar zeven zetels, op basis van 6,4 procent van de stemmen.

De Volkspartij van minister van Defensie Paulo Portas, die de bondgenoot van de PSD was in de vorige coalitie, is de vierde politieke groepering van Portugal geworden, met 7,3 procent van de stemmen en elf zetels.

Santana Lopes heeft zondagavond (plaatselijke tijd) in een tv–toespraak gezegd dat hij Sócrates heeft gebeld om hem, zijn familie en zijn ploeg met hun overwinning te feliciteren.