Het Julianakanaal in Limburg wordt vanaf komend najaar maandenlang drooggelegd om een kapotte bouwkuip weg te halen. Limburgse bedrijven die gebruikmaken van het kanaal waren niet blij met dat nieuws. Volgens hen kwam het besluit onverwachts. De minister en Rijkswaterstaat zeggen dat het bedrijfsleven al wist dat sluiting een serieuze optie was. Narinx zegt dat donderdag een „indringend” is gesprek gevoerd, waarbij bedrijven onvrede over de communicatie hebben geuit. Hij is positief dat er „een dialoog” mogelijk was, een doorbraak volgens hem.

Radix heeft ook het gevoel dat de zorgen van het Limburgse bedrijfsleven „serieus genomen worden. De minister heeft de tijd genomen.” Hij wijst erop dat bedrijven zoals Chemelot kwetsbaar zijn als de noordelijke vaarroute via het kanaal onbegaanbaar is. Als er dan op de zuidelijke route stremmingen zijn, zoals stakingen of gesloten sluizen, raakt de haven bij Chemelot onbereikbaar. Wanneer de bedrijven op Chemelot een paar dagen niet beleverd kunnen worden, moeten de fabrieken hun productie stilleggen en dit kan miljoenen omzet per dag kosten, aldus Radix.

Onderzoeksbureau Ecorys concludeert dat de kans op sluiting van de sluis beneden Maastricht in elk geval „nihil” is als Rijkswaterstaat een stuw verderop repareert. Radix en Narinx zeggen dat de bedrijven betrokken gaan worden bij het inschatten van de risico’s op problemen op andere delen van de zuidelijke vaarroute.

Harbers begrijpt de verontwaardiging die er over het besluit bestaat, zo zei hij na afloop van het gesprek. „Omdat dit gewoon echt een dramatisch besluit is.” Het kanaal moet echter dicht, aldus Harbers, er is „technisch” gezien echt geen andere oplossing. De partijen hebben afgesproken dat Rijkswaterstaat kijkt hoe de werkzaamheden zo snel mogelijk kunnen worden afgerond. Over de hoogte van een eventuele schadevergoeding gaat gesproken worden, zegt Harbers. „Ik heb gezegd: leg maar op tafel wat jullie zeggen dat het moet zijn, zonder dat ik voorhand zeg dat we dat kunnen compenseren.”