Rijkswaterstaat meldde vorige week dat het kanaal meerdere maanden wordt drooggelegd, om een kapotte bouwkuip weg te halen. Volgens de Limburgse Werkgeversvereniging LWV, industrieterrein Chemelot en Wessem Port Services kan de afsluiting tot tientallen miljoenen euro’s per dag kosten.

Ecorys concludeert dat de extra kosten vooral gaan zitten in het omvaren. Volgens berekeningen van het onderzoeksbureau zelf, maar ook van Rijkswaterstaat en van inschattingen van de getroffen bedrijven, kost omvaren 3,3 tot 6,5 miljoen euro per maand.

Daarnaast kost de drooglegging extra geld doordat de scheepvaart moet betalen voor rechten in de Belgische wateren en lopen schepen vertraging op door werkzaamheden in de buurt van Antwerpen. Tot slot moeten er extra schepen worden ingezet, omdat andere schepen langer onderweg zijn. Zo kan het drukker worden bij sluizen, waardoor de wachttijd oploopt. Dat kost nog maximaal 470.000 euro per maand.

Alle maximale bedragen bij elkaar optellend komt dat neer op zo’n 7,2 miljoen euro per maand. Dat is geld dat de binnenvaart extra kwijt is. In hoeverre dat bedrag wordt verhaald op de bedrijven die gebruikmaken van de vaart voor het vervoer van producten is afhankelijk van de contracten die daarover zijn afgesloten, aldus Ecorys.

Een „onzekere factor” is volgens de onderzoekers een keersluis ten zuiden van Maastricht. Die gaat dicht bij hoogwater. Als dat gebeurt, zouden de havens van Stein en Maastricht onbereikbaar worden. Na vier dagen moeten daardoor fabrieken op industrieterrein Chemelot worden stilgelegd en dat kan miljoenen per maand per fabriek kosten, zegt het terrein volgens Ecorys. Het bureau heeft dat bedrag zelf niet kunnen verifiëren. Als Rijkswaterstaat een stuw verderop repareert, wordt dit risico echter „nihil”, aldus onderzoeker Jeroen Bozuwa. „Dat is dus ook een absolute voorwaarde om het kanaal te sluiten.”

Rijkswaterstaat gaat volgens een woordvoerster de stuw repareren en zet er daarbij „heel hard” op in dit voor de sluiting van het kanaal geregeld te hebben.