Woonlasten zijn veel sterker gestegen dan vorige jaren, meldt RUG
De woonlasten zijn dit jaar veel sterker gestegen dan afgelopen jaren, meldt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Vooral mensen met een koophuis zijn duurder uit. Dat komt doordat huiseigenaren gemiddeld meer geld kwijt zijn aan belastingen aan de gemeente en aan het waterschap.
Huiseigenaren zijn dit jaar gemiddeld 1670 euro kwijt aan woonlasten, concludeert het COELO. Dat is 118 euro meer dan in 2023. Aan de gemeente zijn zij 58 euro meer kwijt, aan waterschappen 52 euro en aan de provincie 9 euro. Een huurder betaalt gemiddeld 72 euro meer dan vorig jaar en is net geen 1000 euro kwijt aan woonlasten. De helft van dat hogere bedrag gaat naar het waterschap, 27 euro naar de gemeente en de overige 9 euro naar de provincie.
Mensen met een koophuis zijn volgens het COELO sowieso meer kwijt aan gemeentelijke belastingen dan huurders, omdat alleen huiseigenaren onroerendezaakbelasting (ozb) aan de gemeente betalen en minder heffingen aan het waterschap. In sommige gemeenten betalen huurders ook geen rioolheffing.
Gemeenten verwachten dit jaar 8,5 procent meer te ontvangen uit heffingen dan vorig jaar, liet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in januari weten. Het bedrag komt naar verwachting uit op 13,3 miljard euro, de grootste stijging van jaar op jaar sinds 2007. Alleen al aan ozb verwachten zij volgens het CBS 5,5 miljard euro op te halen, 7,5 procent meer dan een jaar eerder. Dat is vooral te danken aan de hogere WOZ-waardes.