Bij hoge beursrecords zijn tegeltjeswijsheden opeens actueel
Iedereen kent ze wel: tegeltjeswijsheden. Van die sleetse spreuken die bij oma in huis aan de muur hangen. Vaak wel met een serieuze ondertoon. ”Na regen komt zonneschijn” of ”Zonder wrijving geen glans”. Op een Delfts blauw tegeltje, boven de tafel van kersenhout.
Ook op financiële markten bestaan dit soort wijsheden. De beursvloer is niet langer een plek van schreeuwende en druk gebarende handelaren. Zij hebben plaats gemaakt voor beeldschermhandel. Maar oude beleggerswijsheden zijn soms nog verrassend actueel.
Zo waarschuwen beurshandelaren elkaar al decennia voor wat men de vier gevaarlijkste woorden bij beleggen noemt: ”This time is different”. Vrij vertaald: denk niet zomaar dat het deze keer anders is. Het is een waarschuwing aan beleggers die denken dat de huidige situatie uniek is en dat de bomen nu echt tot in de hemel groeien. De uitspraak komt van de beroemde belegger Sir John Templeton, die bekendstond om zijn gedisciplineerde stijl van beleggen en het vermijden van hypes.
Het huidige tijdsgewricht op de beurzen is op zijn minst opmerkelijk. In rap tempo volgen beursrecords elkaar op, ook deze week weer. Beleggers zijn euforisch door de mooie vergezichten over kunstmatige intelligentie (AI). Sinds oktober vorig jaar steeg de AEX met 23 procent. Dat roept de vraag op: zijn deze koersen houdbaar?
Met het waarschuwen voor een zeepbel loop je weinig risico. Vroeg of laat krijg je het gelijk aan je zijde als het feest voorbij is. Maar zijn er parallellen met eerdere zeepbellen? Al een tijdje geeft een bekende graadmeter voor de waardering van aandelen, de koers-winstverhouding van Nobelprijswinnaar Shiller, een voorzichtig alarmsignaal. Deze maatstaf geeft de verhouding weer tussen de beurskoers en de gemiddelde jaarwinst over de afgelopen tien jaar en vertelt hoe duur aandelen zijn. Voor Amerikaanse aandelen staat het record op 44. Dat gebeurde in 1999, voordat de internetbubbel uiteenspatte. Tijdens de financiële crisis zakte de barometer naar 13. Inmiddels staat de teller op 36.
Een duidelijke parallel met de internetbubbel is de aanwezigheid van een hypecategorie. Toen waren het internet- en ICT-bedrijven als Baan, Getronics en World Online, waar de verwachtingen de werkelijkheid vooruitsnelden. Met de komst van internet was een nieuw tijdperk aangebroken, zo dacht men. Totdat begin 2000 de koersen implodeerden.
Nu zijn het de bedrijven rond kunstmatige intelligentie die zich mogen verheugen op de belangstelling van beleggers. Een belangrijke verklaring voor de imposante stijging in beurskoersen is de dominantie van de zogenoemde Magnificent Seven: de zeven grootste Amerikaanse bedrijven Microsoft, Apple, Alphabet, Amazon, Nvidia, Meta en Tesla. Deze bedrijven gaan in de ogen van beleggers het meest profiteren van de AI-revolutie.
Toch is het optimisme niet geheel ongegrond. Het inflatievuur is door centrale banken vakkundig geblust (al moeten we nog even wachten op het sein ”brand meester”, zonder grote schade aan de economie. Renteverlagingen liggen in het verschiet. En de economie is telkens robuuster dan we denken. Zou het dan toch waar zijn: ”This time is different?”
De auteur is econoom bij De Nederlandsche Bank. Hij schrijft op persoonlijke titel.