Miljardenverlies DNB niet het hoogste verlies ooit
Elk jaar kon Den Haag rekenen op ettelijke honderden miljoenen euro aan dividenduitkering van De Nederlandsche Bank (DNB). DNB maakte behoorlijk wat winst en als enig aandeelhouder spinde de Staat er garen bij. Die bron is opgedroogd.
Vorig jaar leed DNB een verlies van 3,5 miljard euro. De bank teert in op de eigen reserves. De centrale bank verwacht dat ze pas na 2029 weer in staat zal zijn dividend uit te keren. Dit betekent een fors verlies aan inkomen voor de Nederlandse regering van enkele miljarden euro. En dat juist in jaren waarin die regeringen heel wat hoge rekeningen kunnen verwachten als gevolg van vergrijzing en energietransitie.
Met het genoemde verlies is DNB geen uitzondering in de centrale bankenwereld. Deze week maakte de Europese Centrale Bank (ECB) een verlies van 7,9 miljard euro bekend. Grote bedragen, maar nog steeds kruimels vergeleken met het verlies waarmee de Fed, de Amerikaanse centrale bank, kwam; namelijk ruim 114 miljard dollar, omgerekend 105 miljard euro.
Die verliezen zijn te wijten aan twee zaken. In de eerste plaats de renteverhogingen die onder meer de ECB doorvoerde in 2023. De rente steeg naar 4 procent. Dat heeft meteen invloed op de winstontwikkeling van de centrale banken. Alle commerciële banken moeten een bepaald geldbedrag bij de ECB aanhouden. Meer dan verplicht mag natuurlijk ook; de ECB fungeert als een soort spaarrekening voor de ING’s, ABN Amro’s en Rabobanken uit de eurolanden. Over hun saldi krijgen de banken de rente. Die is gelijk aan de rente die de ECB vaststelt. En die rente is dus behoorlijk opgetrokken vorig jaar. Het gevolg: de centrale banken zoals DNB moesten veel geld overmaken aan commerciële banken.
Waar de uitgaven van DNB dus behoorlijk toenamen, was een noemenswaardige stijging van de inkomsten in geen velden of wegen te bekennen. Dat heeft te maken het met feit dat DNB afgelopen jaren veel staatsobligaties heeft gekocht om zo de rentes van alle looptijden omlaag te drukken en via die weg de economie te stimuleren. Concreet betekende dat echter dat DNB staatsobligaties kocht met (nagenoeg) nul procent rente erop en vaak zelfs negatieve rente. Die bezittingen staan in de boeken van de bank –en gezien de looptijden blijven die er nog jaren in staan– maar leveren niets op.
Die 3,5 miljard euro is veel geld. Toch is dit niet het hoogste verlies van DNB ooit. In 1931 werd de Britse pond van het goud afgekoppeld. Die daalde daarna scherp in waarde en het leeuwendeel van de deviezenvoorraden van DNB luidde in Britse ponden. Het verlies was zo hoog dat DNB failliet dreigde te gaan. Het hardnekkige gerucht ging rond dat binnen DNB in die tijd een lijst was opgesteld met de regels over hoe de inboedel verdeeld moest worden. De toenmalige DNB-president Gerard Vissering stapte op.
In deze tijd is van omvallen van DNB echter geen sprake en hoeft Klaas Knot niet het veld te ruimen. Waarom? In 1931 was DNB geen staatsbank, de bank werd dat pas na nationalisering op 1 augustus 1948.
De auteur is hoofdeconoom bij OHV Vermogensbeheer.