Oude Kerk Katwijk 100 jaar weer kerk
De Oude Kerk is misschien wel dé icoon van Katwijk, maar mooi ziet het kerkgebouw er nu niet uit. Als het aan het ”Comité Oude Kerk in ’t Licht – 100 jaar weer kerk” ligt, verandert dat snel.
Vanbinnen is de Oude Kerk met haar 1200 zitplaatsen sober, met wél wat bijzondere details. Een aantal daarvan heeft met de zee te maken. Zo sieren bomschuiten het kerkgebouw, één voorin en één achterin. Ramen aan de noord- en zuidzijde laten een visloopster en een klijnhaalder –iemand die op zijn paard een lijn ophaalde bij een arriverende bomschuit– zien. In het koor toont het middelste van de drie ramen een Bijbels visserstafereel: Petrus en Andreas op een vissersboot.
De preekstoel, die los in het koor staat, heeft ook iets met de zee dichtbij. Hij beweegt, niet zo erg dat je er zeeziek van wordt, maar toch… „Als je zelf te veel beweegt of er lopen een paar mannen met volle zakken (na de collecte) langs, dan beweegt de grond onder je voeten”, schrijft ds. J.B. Alblas in het jubileumboek onder het kopje ”Het onwankelbare Woord vanaf een wankelende preekstoel”. Hans ten Hove, auteur van het boek, beklimt de kansel en beaamt dat het klopt. Samen met koster Dirk Messemaker laat hij de kerk zien.
Rederijschuur
Eén misverstand ruimt Ten Hove snel uit de weg: dat de Oude Kerk nog maar honderd jaar oud is. „Het kerkgebouw heette vroeger de Sint-Andreaskerk en werd rond 1460 gebouwd. In de Tachtigjarige Oorlog werd een groot deel van de kerk verwoest. Een gedeelte werd herbouwd voor protestantse diensten, de rest bleef ruïne. In 1887 kwam de Nieuwe Kerk gereed en dreigde de Oude Kerk gesloopt te worden, maar de kunstschilders kwamen in actie en uiteindelijk werd het bedehuis rederijschuur. De bomschuiten lagen op het strand. Toen die in 1916 verdwenen, stond het gebouw weer te koop. Net in die tijd werd de Nieuwe Kerk weer te klein en kocht de kerkvoogdij het verwaarloosde gebouw terug. Sinds 1924 is het weer kerk.
Dat had wel wat voeten in de aarde, vertelt koster Messemaker, terwijl hij naar poortjes in twee steunberen wijst. „Toen het gebouw weer kerk werd, besloot men het uit te breiden tot de oorspronkelijke grootte. Dat lukte niet helemaal, omdat er een bakkerij naast stond. Er werd helemaal tegen de bakkerij aan gebouwd, dankzij de poortjes kon je er toch nog langs. De bakkerij is later verdwenen, zodat er nu ruimte is rondom de kerk.”
Het kerkgebouw heeft nóg een moeilijke tijd doorgemaakt en wel tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ten Hove: „Er mochten geen diensten meer in de kerk gehouden worden. De toren moest van de Duitsers afgebroken worden en de kerk grotendeels. De aannemer heeft er gelukkig maar gedeeltelijk gevolg aan gegeven. Het duurde tot 1952 voordat de toren opgebouwd werd.”
Verkeerde coating
Mooi ziet de kerk er niet uit. Overal zijn groene en zwarte vochtsporen zichtbaar op het witte pleisterwerk. Kerk en toren waren wit, zegt Messemaker, „maar er is bij het bezoek van koningin Beatrix in 2000 iets fout gegaan. Men heeft de kerk toen opnieuw wit geverfd, maar een verkeerde coating gebruikt. Die liet geen vocht door, waardoor de muren niet meer konden uitdampen.”
Later is er een kaleilaag op aangebracht, een soort zoutminnende laag, die de muur weer laat ademen, maar fraai is het niet. Het uiteindelijke doel is dat de kerk weer wit wordt, zegt Ten Hove. „Kijk, hier op de muur hebben we drie proefvlakken gemaakt om te bekijken welke verf de muur het beste laat ademen. Met de activiteiten van nu halen we geld op om de Oude Kerk er over een paar jaar weer prachtig wit en aangelicht bij te laten staan.”