NAVO-chef: Europese landen gaan samen norm van 2 procent halen
Voor het eerst zullen de NAVO-landen in Europa dit jaar gezamenlijk aan de NAVO-eis voldoen van een uitgave van 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie. Dat heeft NAVO-chef Jens Stoltenberg gezegd bij de presentatie van het NAVO-jaarverslag van 2023.
De Europese NAVO-bondgenoten zullen in 2024, bij elkaar opgeteld, vermoedelijk een investering doen van 470 miljard dollar in defensie, zo zei Stoltenberg. Het totale defensiebudget van alle NAVO-bondgenoten samen over het afgelopen jaar is met 11 procent gestegen, zo blijkt uit het verslag.
Het afgelopen jaar voldeden elf NAVO-bondgenoten aan de NAVO-eis van 2 procent: Polen geeft met naar schatting 3,92 procent van het bruto binnenlands product relatief het meeste uit aan defensie. Het land wordt gevolgd door de Verenigde Staten, Griekenland en Estland. Nederland zit niet bij deze groep. Volgens de NAVO-berekeningen, die een beetje anders zijn dan Nederlands eigen berekeningen, gaf Nederland naar schatting vorig jaar 1,63 procent van het bruto binnenlands product uit aan defensie. De precieze berekeningen volgen nog.
Stoltenberg toonde zich op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel blij met de toename. Maar hij benadrukte dat nog meer investeringen onvermijdelijk zijn. „In een onvoorspelbare wereld, wordt de NAVO alleen maar belangrijker.” De NAVO-landen moeten dringend de wapenlevering aan Oekraïne opschroeven, herhaalde Stoltenberg. Want „de moed van de Oekraïners raakt niet uitgeput, maar hun wapenvoorraden wel”.
Volgens Stoltenberg hebben de NAVO-landen genoeg capaciteit om wapens te bestellen en te leveren. Of ze dat ook echt doen is volgens hem „een kwestie van politieke wil”.