Familie Metske uit Rotterdam-Zuid leent, krijgt en koopt tweedehands
Samen met haar man Job (26), zoontje Bram (2) en dochtertje Eef van vier maanden woont Gerlinde Metske (25) in een bovenwoning in Rotterdam-Zuid. Een ideale locatie om „een leven van genoeg” te leven, vindt ze. „Alles is hier om de hoek.”
Gerlinde, kunstdocente op de Guido de Brès, gaat vrijwel elke week naar de kringloop. En dat doet ze niet zomaar. „Toen ik met Job trouwde, hadden we niet veel geld. Uit zuinigheid gingen we naar de kringloop. Toen zat er niet echt een overtuiging achter. Nu gaan we vooral omdat we het heel erg leuk vinden en omdat het duurzaam is; het is geen noodzaak meer.”
De levensstijl van het echtpaar gaat echter verder dan de kringloop. Zo leent Gerlinde veel spullen en gaan ze een keer per jaar met een tweedehands tent op vakantie. En dat alles doet de familie Metske zonder auto. Gerlinde: „Die hebben we bewust niet. We lenen hem van Jobs ouders. Als je spullen kunt lenen, is dat natuurlijk veel duurzamer. Er hoeft dan minder geproduceerd te worden. Neem bijvoorbeeld gereedschap. Ieder huis heeft er wel een schuur vol mee, maar mensen gebruikt veel dingen maar één keer per jaar. Waarom hebben we niet gereedschap voor de hele wijk, dat iedereen kan gebruiken?”
Gerlinde is duidelijk enthousiast over dit ideaal. Toch is ze wel realistisch. „Natuurlijk lukt het niet met alles. Met kinderen is het helemaal niet handig om alles te lenen. Soms moet je dan wel dingen nieuw kopen, maar daar denken we dan rustig over na.”
Taak
Wat etenswaren betreft, vertelt Gerlinde dat ze ernaar streeft om biologisch voedsel te kopen. Maar dit is erg duur. „Biologisch eten is gewoon niet altijd haalbaar. Daarom kopen we heel veel eten op de Afrikaandermarkt, die vijf minuten lopen van ons huis vandaan zit.”
Naar de supermarkt gaat het Rotterdamse echtpaar weinig meer. „Alleen nog voor de dingen die je eigenlijk alleen daar kunt kopen, zoals wc-papier”, vertelt ze.
Gerlinde vindt dat de mens goed moet zorgen voor wat hem gegeven is. „Dat strekt heel ver. Dat geldt voor je kinderen, maar ook voor de spullen die je hebt. We moeten goed zorgen voor wat we hebben en daar hoort de aarde ook bij. We hebben deze wereld van God gekregen.”
Dumpen
Zelf koopt Gerlinde, om duurzaam te leven, bijna al haar kleding bij de kringloop. „Behalve ondergoed. En sokken, maar die vind je bijna nooit tweedehands”, zegt ze.
Toch is er ook bij Gerlinde een grens. Hoewel er vaak nieuwe dingen bij de kringloop liggen, vertelt ze dat ze een wc-borstel toch niet zo gauw tweedehands zou kopen.
Veel mensen kunnen de levensstijl van de Metskes wel waarderen, vertelt Gerlinde. „Er wordt wel eens gekscherend gezegd dat we gierig zijn, maar dat valt echt wel mee. De meeste mensen vinden het wel leuk dat je veel dingen tweedehands koopt. Als iemand thuis aan het opruimen is, dumpt hij het automatisch bij ons”, vertelt ze met een lach.
Gerlinde staat op om aan te wijzen wat ze tweedehands heeft gekocht. „Ik kan beter opnoemen wat nieuw is in plaats van wat tweedehands is. Dat gaat wat sneller”, zegt ze met een grijns. En inderdaad is ze snel klaar. „De lamp boven de tafel en het vloerkleed zijn nieuw. Die wilden we per se hebben en konden we niet tweedehands vinden.”
En de rest? Gekregen, geleend, gehaald bij de kringloop of van de stort. Gerlinde weet van bijna elk voorwerp in haar woonkamer te vertellen hoe ze eraan komt. En het is elke keer: tweedehands.
Deel 2 in een serie over gezinnen die zo min mogelijk nieuw aanschaffen en zoveel mogelijk tweedehands.