„VN-rapport was vernietigend over Lubbers”
Een intern VN-onderzoek naar UNHCR-topman Lubbers oordeelde vorig jaar vernietigend over het optreden van de Nederlandse ex-premier. De 65-jarige Lubbers maakte zich volgens het Bureau voor Intern Toezicht (OIOS) schuldig aan seksuele intimidatie en machtsmisbruik. Klachten van anonieme medewerksters „duiden op een patroon van seksuele kwelling door Lubbers.”
Dat heeft de Britse krant The Independent, die als eerste inzicht heeft gekregen in het geheime rapport, vrijdag gemeld. In het verslag van mei 2004 staan naast details over de aanklacht, die een 51-jarige medewerkster van de VN-vluchtelingenorganisatie in april van dat jaar tegen Lubbers indiende, anonieme beschuldigingen van andere vrouwen.
In een reactie aan The Independent zegt Lubbers dat het OIOS-rapport geheim was en zo had moeten blijven. De officieel ingediende klacht is nooit bewezen, aldus Lubbers. Van de andere vier klachten zegt hij slechts van één geval details ontvangen te hebben en dat „kwam op geen enkele wijze neer op seksuele intimidatie.”
VN-secretaris-generaal Kofi Annan sprak de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen in juli vrij van de aanklacht. De beschuldiging over „ongewenst fysiek contact” viel volgens de hoogste VN-baas niet te bewijzen. Wel kreeg Lubbers, die altijd heeft ontkend, van Annan een berisping.
De klaagster, een Amerikaanse vrouw, stelde volgens The Independent tegen de onderzoekers dat Lubbers na een vergadering in Genève op 18 december 2003 zijn handen op haar heupen plaatse en haar van achter tegen zich aantrok.
Volgens het OIOS-rapport probeerde Lubbers vervolgens de uitkomst van het onderzoek te beïnvloeden. De oud-CDA-leider „misbruikte zijn gezag als hoge commissaris door zijn intense, diepgaande en intimiderende pogingen de uitkomst van het onderzoek te beïnvloeden.” Zo verstuurde Lubbers intern een vernietigende brief over de klaagster, benaderde hij getuigen persoonlijk en nam hij een advocaat in de arm die moest zorgen dat de kwestie binnenskamers bleef.
Medewerkers van het interne toezichtsbureau spraken tijdens het onderzoek naar nu blijkt nog met vier andere vrouwen die klaagden over seksuele intimidatie. Zij wilden uit vrees voor „vergelding en publieke vernedering” alleen anoniem aan het onderzoek meedoen en dienden uiteindelijk geen officiële klacht in.
De eerste van deze klaagsters, in het rapport aangeduid als ”mevrouw A”, vertelde dat ze eens in Lubbers’ huis was uitgenodigd voor een werkbespreking met collega’s. In plaats daarvan bleek Lubbers alleen te zijn, praatte hij uitsluitend over persoonlijke zaken en betaste de Nederlandse ex-politicus haar „op seksuele wijze.” Bang geworden ontvluchtte de vrouw daarop het huis.
De tweede UNHCR-medewerkster stelde dat Lubbers haar had vastgepakt en omhelsd. Geschokt en verward had zij hem daarop weggeduwd, aldus het rapport.
”Mevrouw C” vertelde dat Lubbers eens had geprobeerd haar te betasten, waarna zij had gedreigd hem te slaan als hij het nog eens zou proberen. De vierde klaagster zei dat Lubbers ongewenste avances maakte en haar vroeg naar zijn hotel te komen. Volgens deze ”mevrouw D” voelde Lubbers zich eenzaam.