Veldhuizen (61) is boos. Recht tegenover zijn huis staat een basisschool. Rumoerige kinderen laten op het schoolplein tot in de wijde omtrek hun aanwezigheid merken. Boven in de bomen langs de Boslaan wemelt het van kauwtjes. Niemand waagt het zijn heilige koe daaronder te plaatsen. Auto’s en brommers rijden intussen met flinke snelheid door de wijk. Kortom: onrust genoeg.

En nu zijn uitgerekend Veldhuizens kippen en geiten de klos. Om van zijn honden, duiven en eenden nog maar te zwijgen. „Ik denk dat ik in Veenendaal wel 1000 geiten kan vangen”, zegt Veldhuizen. „Maar alleen mijn geiten hebben het gedaan.”

De onenigheid in de wijk begon in augustus vorig jaar. Veldhuizen was zijn grote geiten beu en ruilde ze om voor dwerggeiten. Van heimwee lieten deze dieren zich elke ochtend ruimschoots horen. „Dat begon om halfvijf al”, klaagt buurvrouw Van Houten. „Je kunt ’s zomers geen raam openzetten vanwege het lawaai. Het zijn net kinderen die huilen. Mijn dochter zei de eerste keer: Mama, laat het buurmeisje haar mond eens houden.”

Van Houten klaagt niet over de hanen die ook elke ochtend van zich laten horen. Ook aan de stank ergert ze zich niet. Dat doet haar buurvrouw wel. Mevrouw Poudroyen wil niet praten met de verslaggever. Toch was zij het die in augustus een handtekeningactie opzette en in korte tijd „tientallen” klachten op het gemeentehuis deponeerde.

De gemeente stuurde de dierenbescherming naar de Boslaan. „Die mensen zeiden: Ga maar rustig je gang. Je verzorgt je dieren goed”, zegt Veldhuizen. De politie oordeelde op 22 november dat „de overlast aanzienlijk was verminderd”, zegt een woordvoerder van de gemeente.

Veldhuizen heeft inmiddels een fors aantal hanen opgeruimd. „Daar had ik een foutje mee gemaakt. In een hele partij kuikens bleek het grootste deel hanen te zijn. Die begonnen te kraaien en veroorzaakten overlast.” Vorige week heeft de ex-veehandelaar en -boer er nog zes verkocht.

Lopend langs de hokken achter het huis zegt Veldhuizen met volle overtuiging: „Hieraan kan toch niemand zich ergeren. Kijk eens hoe goed de dieren zijn verzorgd.”

De gemeente en de omwonenden denken daar anders over. Veldhuizen kreeg op 5 februari een brief dat hij op 1 februari al zijn hanen en geiten moest hebben opgeruimd. Het besluit ging een aantal buurtbewoners nog lang niet ver genoeg. Zij zagen het liefst alle dieren uit de woonwijk vertrekken.

Veldhuizen liet zijn beesten intussen lopen. Vorige week stond de wethouder met enkele ambtenaren op de stoep. Zij ontdekten dat vrijwel alle bouwsels op Veldhuizens terrein illegaal waren. Enkele dagen later besloot het college van B en W dat een flink aantal hokken afgebroken diende te worden. „Wij achten de belangen van de omwonenden groter dan die van Veldhuizen”, zegt de gemeentewoordvoerder.

Veldhuizen was het hier niet mee eens. Hij stapte donderdagochtend naar het gemeentehuis. „Daar zeiden de ambtenaren dat er niets hoeft te worden gesloopt. Ik begrijp het niet meer”, zegt Veldhuizen. „Hij begrijpt het inderdaad niet”, zegt de gemeentewoordvoerder. „Er moet wel degelijk het een en ander verdwijnen.”

Langs de randen van de tuin staan gegalvaniseerde kokospalen van 4 meter hoog. Daaromheen is een net gespannen, zodat de kauwen niet bij het voedsel van Veldhuizens vee en niet bij de bessenstruiken kunnen komen. De palenconstructie dient volgens de gemeente te worden verlaagd tot 2,70 meter. Ook een hooiberg moet hij inkorten. Volgende maand krijgt hij controle.

De oude hokken hoeft Veldhuizen niet af te breken, mits hij kan aantonen dat deze voor 1999 zijn gebouwd. Veenendaal kent een algemeen pardon voor illegale bouwsels die voor dat jaar zijn gebouwd. Gezien de staat van sommige hokken lijkt Veldhuizen daaraan te voldoen.

Als het zwaard van Damocles hangt de ruiming van zijn dieren de geplaagde hobbyboer intussen boven het hoofd. „Als de gemeente wat aan de kraaien doet, dan wil ik mijn dieren wel opruimen.” Veldhuizen denkt erover om in plaats van geiten en hanen, ganzen en pauwen in zijn tuin te laten lopen.