Voorzitter De Unie vreest voor economische achterstand Nederland
Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie, vreest dat Nederland op een economische achterstand raakt door het verslechterde ondernemersklimaat in ons land. Volgens hem zijn de omstandigheden niet alleen voor grote concerns verslechterd, maar ook voor midden- en kleinbedrijven.
„De verhoging van het minimumloon raakt het mkb knetterhard, winkeliers zitten met enorme coronaschulden. We zeggen dat er steunpakketten waren, maar als die echt geholpen zouden hebben zouden die mensen nu niet in de ellende zitten”, zegt Castelein in het programma WNL Op Zondag.
Winkeliers worden volgens hem ook benadeeld door onder meer gemeentes die parkeertarieven invoeren. De opvolging van familiebedrijven wordt onaantrekkelijker gemaakt door de invoering van hogere belastingen hierop. „Er is van alles mis met het vestigingsklimaat voor bedrijven in Nederland”, concludeert de vakbondsman.
Onder meer chipmachinemaker ASML en baggerbedrijf Boskalis hebben vorige week forse kritiek geuit op het in hun ogen verslechterende vestigingsklimaat in Nederland. Ze dreigen (deels) uit Nederland te vertrekken.
Castelein waarschuwde eerder al dat „de uittocht van grote bedrijven” ook het mkb raakt. Bakkerijen, beveiligingsbedrijven, bloemisten, taxibedrijven en hoveniers hebben volgens hem allemaal het nakijken als hoofdkantoren verdwijnen. „Tijdens de lockdowns toen de hoofdkantoren allemaal dicht waren, toen was er geen 25-jarig jubileum op een afdeling waar een bakker taart kwam bezorgen. Toen waren er geen lunches waar broodjes werden bezorgd”, zei de voorzitter zondag.
De problemen zijn volgens hem vooral door Den Haag veroorzaakt. „Het land ligt al een paar jaar stil, dat is slecht voor de economie. De afgelopen jaren is er zo’n volatiele politieke koers uitgezet, ik heb weleens het idee dat de Kamer de rode draad gewoon kwijt is.”
Ook wijst Castelein naar het onderwijs. „Er wordt veel te weinig nagedacht over welk onderwijs we nu moeten geven om de economie over tien jaar te kunnen voeden met goed opgeleide mensen”, besluit de voorzitter.