Volgens Leap24 heeft Enexis herhaaldelijk de oorspronkelijke levertermijn voor de netaansluitingen onnodig uitgesteld, waardoor „redelijke termijnen” niet werden nageleefd. Op de betreffende locaties is volgens Leap24 geen sprake van zogeheten netcongestie, waarbij het stroomnet is overbelast en nieuwe stroomaansluitingen niet mogelijk zijn.

Het in Den Bosch gevestigde Enexis had al aangegeven hoger beroep te overwegen. Volgens de netbeheerder is de „strikte toepassing van de rechtbank van de aansluittermijn van achttien weken te kort en niet meer realistisch”.

„We begrijpen uiteraard dat de problemen op het elektriciteitsnet en onze lange doorlooptijden voor frustraties kunnen zorgen bij onze klanten. En we snappen dat ze er alles aan doen om tijdig aangesloten te worden. Maar het starten van juridische procedures is volgens ons niet de oplossing. Het kost veel tijd en geld, en zelfs als een klant gelijk krijgt, dan gaat dat automatisch ten koste van een andere klant die hierdoor langer moet wachten”, aldus een verklaring van Enexis.

Leap24, gevestigd in Amersfoort, bouwt netwerken van snellaadstations in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De drie locaties leveren volgens de onderneming „een cruciale bijdrage” aan het creëren van een zero-emissiezone voor bestel- en vrachtauto’s in de stad Groningen vanaf 2025. In zo’n gebied mogen geen voertuigen komen die rijden op vervuilende brandstoffen.

Bij het niet naleven van de uitspraak moet Enexis een dwangsom van 5000 euro per locatie per dag betalen, met een maximum van 250.000 euro per locatie. Enexis stelt dat „juridische procedures en schadevergoedingen ten koste gaan van de middelen die nodig zijn om de energietransitie te faciliteren”.

„Wij vinden het zinvoller om onze mensen en middelen in te zetten voor het verhelpen van de problematiek. En niet in juridische procedures waarmee we het probleem verleggen van de ene klant naar een groep andere klanten”, verklaart Enexis.