Het onderling verbinden van natuurgebieden in Nederland is volgens De Graeff geen „ecologische hobby" maar nodig om dieren en planten toekomst te bieden. Dat in de Kamer stemmen opgaan deze zogenoemde robuuste verbindingen te versoberen en de aanleg ervan in handen van de provincies te geven, ergert hem. „De operatie is onderweg. Ze moeten nu het wat ingewikkelder wordt niet gaan twijfelen", aldus de directeur donderdag in het Gelderse Hierden.

De Hierdensche Poort is een van de tientallen verbindingszones, die in het kader van de EHS gepland zijn. Deze band van groen boven Harderwijk heeft eeuwenlang bestaan, maar is verdwenen door oprukkende verstedelijking, landbouw en recreatie. De nieuwe verbinding moet ervoor zorgen dat bijvoorbeeld herten, die nu nog opgesloten zitten op de Veluwe, straks weer water kunnen drinken op de oever van het Veluwemeer.

De aanleg van de natuurverbindingen is kostbaar. Met de Hierdensche Poort is 20 miljoen euro gemoeid. Landbouwgronden moeten worden opgekocht en campings moeten verkassen. Het Rijk betaalt flink mee aan de realisatie van de plannen. Verschillende Kamerfracties willen nu af van die constructie. CDA-Kamerlid Van Bochove heeft een voorstel ingediend om het aantal verbindingen nog eens onder de loep te nemen en de aanleg ervan in handen van de provincies te leggen.

Volgens De Graeff zet dit voorstel het hele EHS-project „op losse schroeven”. Wanneer de natuurgebieden niet met elkaar in verbinding staan, zal geen sprake zijn van een netwerk. Planten en groepen dieren als herten, zwijnen, dassen, otters en ringslangen zijn zodoende beperkt in hun groei.

J. Gorter van Veluwe Natuurmonumenten benadrukt in stijl met de Haagse terminologie dat de Veluwe samen met het Waddengebied de „mainport voor natuur in Nederland” is. Net als mainports Schiphol en de haven van Rotterdam hebben ook deze natuurgebieden verbindingen naar het achterland nodig.

Het Nederlandse natuurnetwerk EHS moet in 2018 klaar zijn.