Opvang voor derdelanders uit Oekraïne stopt
De opvang voor gevluchte mensen uit Oekraïne met een andere nationaliteit stopt na maandag. De Raad van State oordeelde eerder dat deze zogenoemde derdelanders niet langer recht hebben op een verblijf in Nederland.
De gevluchte mensen die als buitenlander in Oekraïne werkten of studeerden met een tijdelijke verblijfsvergunning hebben na maandag 28 dagen de tijd om uit Nederland te vertrekken, tot 2 april. Wel kunnen deze derdelanders asiel aanvragen in Nederland. In afwachting van het besluit hebben de derdelanders recht op opvang bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).
De derdelanders kregen eerst dezelfde tijdelijke bescherming in Nederland als gevluchte Oekraïners of mensen die met een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne verbleven toen de oorlog uitbrak. Die tijdelijke bescherming houdt in dat de vluchtelingen in Nederland mogen wonen, werken en studeren. Ook komen ze in aanmerking voor leefgeld.
Later besloot het kabinet de tijdelijke bescherming voor de derdelanders vanaf 4 september vorig jaar stop te zetten, omdat ze veilig terug zouden kunnen naar hun land van herkomst. De derdelanders vochten dit besluit aan bij verschillende rechtbanken. In afwachting van de uitspraak mochten ze in Nederland blijven, maar afgelopen januari besloot de rechter dat de tijdelijke bescherming vanaf maandag dus echt stopt.