Oekraïense vluchtelingen mogen langer in Heeswijk-Dinther blijven
Ongeveer tweehonderd vluchtelingen uit Oekraïne mogen langer in de Brabantse plaats Heeswijk-Dinther blijven. De tijdelijke opvang daar, die liep tot 1 april, is verlengd tot 1 oktober. „De oorlog in Oekraïne is helaas nog niet ten einde en de behoefte aan crisisnoodopvangplekken blijft groot”, meldt burgemeester Mark de Man van de gemeente Bernheze, waar Heeswijk-Dinther onder valt.
Het is de bedoeling dat de opvang in oktober wel stopt. Daarom kunnen er vanaf september geen nieuwe vluchtelingen terecht. Wel is er een uitzondering voor Oekraïners die een woning in Bernheze krijgen. Zij mogen in dat geval tot het eind van het jaar in de opvang blijven wachten op hun nieuwe woonplek. Bernheze houdt wel een slag om de arm. „We koersen aan op 1 oktober 2024 met de opmerking dat we nooit 100 procent garantie kunnen geven hoe de wereld er dan uitziet.”
De tijdelijke opvang staat aan de Zandkant in Heeswijk-Dinther. De gemeente had daar in oktober tenten en woonunits neergezet. Bernheze meldde toen dat de noodopvang beschikbaar was tot 1 januari en dat het eenmalig kon worden verlengd tot 1 april, maar nu is het dus alsnog verlengd.
Het verlengen van de opvang in Heeswijk-Dinther lost de krapte in de opvang van Oekraïners niet op, maar het voorkomt wel dat de problemen erger worden. Bij de meest recente cijfers, van half februari, had Nederland in totaal 90.760 noodopvangplekken voor Oekraïners, maar daarvan waren 90.600 in gebruik. Dat betekent dat er op dat moment in het hele land nog 160 bedden over waren voor nieuwe vluchtelingen uit Oekraïne. Dat is de kleinste marge sinds het begin van de oorlog.