Albert Cuypmarkt, 100-jarige met problemen
De Albert Cuypmarkt in Amsterdam bestaat honderd jaar en dat is reden voor een feestje. Toch zit de stemming er niet helemaal in. Het bezoekersaantal van de markt loopt terug en de grote concurrentie komt de sfeer niet ten goede.
De Albert Cuypstraat was in 1800 geen straat maar een sloot, waarlangs achttien houtzaagmolens stonden. De sloot werd vanaf 1882 in fases gedempt. Rond 1900 kwam de eerste handel in de Albert Cuypstraat in de Amsterdamse buurt de Pijp op gang. Handelaars bewogen zich met handkarren door de straat en moesten in beweging blijven omdat stilstaande markthandel nog niet was toegestaan. Na enkele jaren was de markt een feit en groeide deze volgens marktkoopmannen van de Albert Cuyp uit tot de grootste en langste markt van Europa.
De grootvader van Frans van Rheenen (61) stond honderd jaar geleden als eerste op de markt. Hij verkocht haring. Van Rheenen junior staat zelf al 44 jaar op de Albert Cuyp, waar hij samen met zijn vrouw en zijn zus eveneens haring verkoopt. „Ik zal de laatste van onze familie zijn die hier staat. Mijn dochters volgen mij niet op”, vertelt Van Rheenen terwijl hij in rap tempo de rauwe vissen schoonmaakt.
De laatste jaren hebben ook allochtonen hun plekje op de markt weten te veroveren. Geen gemakkelijke klus, want de meeste plaatsen gaan van vader op zoon en zijn dus al tientallen jaren in handen van verschillende families. Op de Albert Cuyp kent iedereen elkaar dan ook door en door. „We weten alles van elkaar. Een nieuwtje gaat snel rond. Maar we zijn er ook voor elkaar”, zegt groenteman Joop Rooze (59). Hij was 22 toen hij samen met zijn vrouw en zijn schoonmoeder de kraam van zijn overleden schoonvader voortzette.
Ook het harde werken schept volgens Anke Kuijpers (55) van de Stichting Albert Cuyp een band. De marktkooplui verkopen hun waar immers in weer en wind. „Iedereen moet hier knokken.” Kuijpers vindt het, net als veel anderen, fysiek zwaar om op de markt te staan. „Je moet niet alleen met spullen sjouwen, maar ook de kraam op- en afbouwen en inrichten.” De marktkoopvrouw verkoopt al 23 jaar bladmuziek op de Albert Cuyp.
In de loop der jaren is de sfeer volgens de kooplieden veranderd. Van Rheenen, die ook zure bommen inmaakt, denkt dat mensen minder begaan zijn met elkaar. „Iedereen verhardt.” Erik de Bruin staat samen met zijn broer Ruud op de markt, ze verkopen T-shirts en sweaters. Erik vertelt dat het minder gezellig is dan vroeger.
Hij bestempelt de economische teruggang als grote boosdoener. Handelaren moeten steeds meer concurreren. „Er zijn verkopers die de prijzen omlaag gooien, dat zet kwaad bloed bij anderen.”
Ook supermarkten helpen mee aan de moordende concurrentie, zeggen de kooplieden. Rooze weet daar met zijn groente- en fruithandel alles van. „De winkels zijn van vroeg tot laat open. Bovendien verkopen zij hun spullen goedkoop, ook al is de oogst tegengevallen.” Rooze zegt zich te onderscheiden van de supermarkten door elke dag met verse groenten te staan.
De dalende bezoekersaantallen komen de concurrentie op de markt ook niet ten goede. „Minder mensen bezoeken de markt en vooral dagjesmensen geven minder geld uit”, zegt Kuijpers. De bouw van de Noord/Zuidlijn houdt kopers volgens haar weg. De Ferdinand Bolstraat is al enige tijd volledig opgebroken. „De markt is daardoor slecht bereikbaar.” Erik de Bruin voegt er aan toe dat het parkeerbeleid ook tegenwerkt.
Toch zal de markt nooit verdwijnen. „Daar is de Cuyp veel te bijzonder voor”, meent een bezoeker die bij Van Rheenen trouw elke week haring koopt. Groenteman Rooze zegt dat de grootte van de markt en de diversiteit aan spullen de Albert Cuyp speciaal maken. „Elke kraam is een speciaalzaak en een verhaaltje op zichzelf.”
Binnenkort hangen in veel etalages van de winkels aan de Albert Cuypstraat foto’s die de markt door de jaren heen weergeven. „We hebben alle marktmensen gevraagd de fotoalbums open te trekken en daaruit kwam het prachtigste beeldmateriaal te voorschijn”, aldus Kuijpers. Op de website www.100jaaralbertcuyp.nl staan al veel foto’s die teruggaan tot 1900.