Provincie geeft geld aan deel Gelderse veerpontjes
De provincie Gelderland gaat een deel van de veerponten structureel financieel ondersteunen. Over het behoud van de veren wordt al langere tijd gesproken in de provincie.
Uitbaters van pontjes die een tekort hebben van meer dan 50.000 euro komen in aanmerking voor de provinciesubsidie. Het gaat volgens een woordvoerster om zo’n acht tot tien van de bijna vijftig veren. Exploitanten kunnen tot de helft van het tekort vergoed krijgen middels de subsidieregeling.
De rest van het geld moeten ze zelf bij elkaar krijgen, of via een gemeente. Voor alle veren samen trekt de provincie maximaal een half miljoen euro per jaar uit. Exploitanten met een tekort onder de 50.000 euro moeten eveneens bij een gemeente aankloppen.
Eerder werden veerpontjes gesteund met geld uit de Stichting Veren Gelderland, oftewel het Verenfonds. Bedoeling van dat fonds was de veren te helpen zelf rendabel te worden. Dat is echter niet gelukt, zegt de provincie. Het geld uit het fonds raakte intussen op, waardoor onduidelijk was wat de toekomst van de Gelderse veren zou zijn. In het coalitieakkoord dat BBB, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP in Gelderland sloten was aangekondigd dat het bestuur zou gaan „bijdragen aan het voortbestaan van de veren”.
De provincie kiest nu dus voor het structureel financieel steunen van de pontjes met de grootste tekorten. Met het bedrag dat wordt uitgetrokken „lijkt de toekomst van de veren in Gelderland financieel veiliggesteld”, aldus de provincie.
In Gelderland varen 49 veren, voor auto’s, fietsen en voetgangers. Per jaar worden daarmee volgens de provincie „miljoenen mensen en voertuigen” overgezet.