Schrikkeldag: ongunstig voor de portemonnee maar goed voor de economie
Donderdag is het 29 februari, de datum die iedere vier jaar aan onze kalender wordt toegevoegd. De schrikkeldag compenseert voor het feit dat de aarde niet exact 365 dagen, maar daarbovenop bijna zes uur extra doet over haar omwenteling rond de zon.
Door deze schrikkeldag valt bijvoorbeeld de astronomische start van de lente over 350 jaar nog steeds op 20 maart en niet samen met kerst.
De schrikkeldag is dus broodnodig om onze kalender niet te laten ontsporen. Al blijft het een eigenaardige gelegenheid, waarop volgens het CBS zo’n 9.700 Nederlanders na drie magere jaren eindelijk hun verjaardag weer eens officieel kunnen vieren.
Tegelijk is het wél een dag waarop we gewoon eten, drinken en water en energie verbruiken. Nog los van de eventuele kosten die daarbovenop komen –zoals voor vervoer of de afschrijving van uw huisraad– is een alleenstaande die woont in een appartement volgens het Nibud gemiddeld ruim 14 euro per dag kwijt aan deze levensonderhoudskosten. Een gezin met twee jonge kinderen in een tussenwoning is, vanwege de schaalvoordelen van een gezamenlijk huishouden, iets meer dan het dubbele kwijt.
Hoewel de schrikkeldag dus ongunstig is voor de portemonnee, heeft deze dag wel een positief effect op de economie. RaboResearchonderzoek toont aan dat in een schrikkeljaar de economie 0,2 tot 0,3 procent meer in omvang toeneemt, doordat we een dag extra werken en geld uitgeven. Nu het bruto binnenlands product recentelijk de barrière van 1000 miljard heeft gepasseerd, levert de vierjaarlijkse bonusdag de economie momenteel 2 tot 3 miljard euro extra op.
Waar schrikkeldagen goed zijn voor de economische groei, zijn officiële feestdagen op doordeweekse dagen dat niet. We geven in aanloop naar een feestdag vaak wel iets meer geld dan gebruikelijk uit, maar dat doen we in principe ieder jaar. Echter, wanneer een feestdag zoals Koningsdag of Kerstmis op maandag of dinsdag valt, werken de meesten van ons dat jaar een dagje minder ten opzichte van jaren waarop deze feestdag in het weekend valt. Dit kost de economie 0,1 tot 0,2 procent van haar totale waarde. Momenteel dus 1 à 2 miljard euro.
Dit jaar valt Koningsdag op een zaterdag, wat betekent dat 2024 uitkomt op 256 werkdagen. Eentje meer dan de vier voorgaande schrikkeljaren, toen we keurig op het langjarig gemiddelde van 255 werkdagen uitkwamen. Hoewel de extra werkdag positief is voor de economie, verschuift hiermee ook de balans tussen werk en vrije tijd ten nadele van dat laatste.
Volgend jaar hebben we 254 werkdagen, vanwege het vijfjaarlijkse Bevrijdingsdagverlof in veel cao’s. Dit is nadelig voor de economische groei, maar die extra vrije dag in 2025 is voor velen een welkome afwisseling op dit ‘werkgeversjaar’.
De auteur is sectoreconoom bij RaboResearch.