Dierenwelzijnsorganisatie House of Animals, die de zaak aan het licht bracht, zegt nog nooit meegemaakt te hebben dat er zoveel katten bij elkaar in kleine ruimtes zaten. House of Animals kreeg klachten van mensen die een Britse korthaar bij de fokker hadden gekocht. De dieren bleken de ziekte FIP onder de leden te hebben, een mutatie van het coronavirus bij katten. De ziekte zorgt voor een besmettelijke buikvliesontsteking die meestal fataal afloopt. Bovendien beweerde de fokker dat de dieren in huiselijke kring waren opgegroeid en gesocialiseerd waren. „Maar dat kan met zoveel dieren op elkaar natuurlijk helemaal niet. De stress die deze dieren moeten hebben is enorm”, aldus voorzitter Karen Soeters.

Onderzoek heeft uitgewezen dat de kattenfokker vorig jaar in acht maanden tijd minstens twintig nesten heeft gefokt. Hij verkocht de dieren voor gemiddeld 1000 euro per stuk. De Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) heeft samen met de gemeente Helmond sinds december vorig jaar verschillende keren gecontroleerd bij de fokker. House of Animals vreest dat alle katten van de Stiphoutse fokker de zeer besmettelijke ziekte hebben. De LID zegt dat het coronavirus op zich onschuldig is en veel bij katten voorkomt. Bij katten met een verlaagde weerstand kan het virus voor FIP zorgen.

De LID blijft de zaak in de gaten houden en zal als het nodig is op kosten van de fokker ingrijpen. „Ons advies aan kopers is om geen dier te kopen bij een fokkerij waar heel veel katten op een kluitje zitten. Wees alert en bij twijfel: niet doen.” Volgens House of Animals is de verkoop van zieke dieren bij wet verboden. De organisatie maakt zich zorgen over de verkoop van katten die de fokker nog heeft.