De VVD-fractie heeft een reeks vragen aan het demissionaire kabinet gesteld over de gebeurtenis. De liberalen willen dat er „stevig bestraft” wordt. De partij vindt ook dat „dit soort ernstige geweldplegingen gevolgen moeten hebben voor het kunnen krijgen van een permanente verblijfsvergunning dan wel het Nederlanderschap”.

De ongeregeldheden braken zaterdagavond uit bij een zalencentrum waar regeringsgezinde Eritreeërs bijeen waren. Tegenstanders van het dictatoriale regime zochten de confrontatie. Volgens de burgemeester van Den Haag zou het om relschoppende jongeren van de Eritrese organisatie Brigade Nhamedu gaan.

Over deze Brigade Nhamedu wil de VVD onder meer weten of het kabinet onderzoek wil doen naar deze beweging. De partij wil ook weten of de ambassadeur van Eritrea zal worden aangesproken op de rellen. Al jaren zijn er spanningen binnen de Eritrese gemeenschap. Een van de oorzaken is het feit dat de ambassade bij de diaspora geld met dwang inzamelt.

„Dit is ook niet de eerste keer dat er sprake is van geweld tussen Eritreeërs in Nederland en vergelijkbare incidenten hebben ook op andere plekken in Europa plaatsgevonden”, aldus Caspar Veldkamp van Nieuw Sociaal Contract (NSC). Hij wil ook dat er in Europees verband tegen Eritrea wordt opgetreden.

Songül Mutluer (GroenLinks-PvdA) noemt de geweldsuitbarsting net als andere Kamerleden onacceptabel. „Uiteraard is het is belangrijk te onderzoeken wat er gister is gebeurd, welke organisatie er vermoedelijk mee te maken heeft en wat er moet worden gedaan om herhaling te voorkomen. Het is nu aan de politie dit tot de bodem uit te zoeken.”

PVV’er Geert Wilders twitterde over de relschoppers „oppakken en uitzetten”. Hij wil als premier „snoeihard” orde op zaken stellen. Volgens Lilian Helder (BBB) waren het geen rellen, maar was er sprake van strafbaar gedrag. „Oppakken, vastzetten, schade laten vergoeden en dan wegwezen”, twitterde Helder.

Al vaker ging het mis tussen voor- en tegenstanders van het Eritrese regime. Bijeenkomsten liepen verschillende keren uit de hand. In het verleden zijn ook diplomaten uit Eritrea tot persona non grata verklaard omdat ze doorgingen met het dwingen van voormalige landgenoten in Nederland tot het afdragen van een zogeheten diasporabelasting.