EC onderzoekt mogelijk oneerlijke concurrentie Chinese treinmaker
De Europese Commissie begint een diepgaand onderzoek naar mogelijke oneerlijke concurrentie door een Chinees bedrijf dat staatssteun krijgt. De dagelijkse leiding van de Europese Unie vermoedt dat een Chinese treinfabrikant, Qingdao Sifang Locomotive, een onterecht voordeel heeft bij een publieke aanbesteding in Bulgarije. Het gaat om het eerste grote onderzoek dat de commissie doet aan de hand van nieuwe concurrentieregels van het landenblok.
Volgens de nieuwe regels over buitenlandse subsidies moeten bedrijven van buiten de EU het melden als ze minstens 4 miljoen aan overheidssteun krijgen en meedingen naar een openbare aanbesteding die meer dan 250 miljoen euro waard is.
De Europese Commissie heeft het vermoeden dat Qingdao, onderdeel van een staatsbedrijf, door Chinese steun een oneerlijke voorsprong had bij de poging om een Bulgaars contract voor de levering van nieuwe treinstellen binnen te halen. Het onderzoek, dat tot begin juli duurt, moet uitwijzen of er inderdaad sprake was van marktverstorende activiteiten.
De nieuwe regels voor buitenlandse subsidies gelden sinds begin vorig jaar. Ze moeten ook voorkomen dat bedrijven uit niet-EU-landen met hulp van staatssteun Europese bedrijven kunnen overnemen. Ook bij vermoedens van andere subsidies die de interne markt van de EU kunnen verstoren, kan de commissie een onderzoek instellen.