Ivoorkust aanvaardt bevoegdheid Strafhof
Ivoorkust heeft de bevoegdheid van het Internationaal Strafhof (ICC) aanvaard voor „misdaden gepleegd op zijn grondgebied sinds de gebeurtenissen van 19 september 2002". Dit heeft de griffie van het ICC dinsdagavond meegedeeld.
Een deel van het Ivoriaanse leger kwam in september 2002 in opstand tegen president Gbagbo. Daarna brak een bloedige strijd uit tussen regeringstroepen die trouw bleven aan het staatshoofd en gewapende bendes die het aftreden van Gbagbo wilden.
Ivoorkust is geen partij van het Statuut van Rome, het oprichtingsverdrag van het ICC. Ook landen die geen partij zijn, kunnen zaken voorleggen aan het Strafhof in Den Haag. Het is de eerste keer dat van die mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. De drie landen die eerder het ICC om een onderzoek vroegen, zijn wel aangesloten: Congo–Kinshasa, Uganda en de Centraal–Afrikaanse Republiek.
De tekst van de Ivoriaanse verklaring wordt niet bekendgemaakt, aldus het ICC. De interpretatie van artikel 12(3) waarbij ook niet–leden zaken kunnen voorleggen, is onder deskundigen niet onomstreden: het zou kunnen komen tot selectieve rechtspleging.