Sporen van de puriteinen
Voor ze naar Amerika gingen, verbleven om hun geloof vervolgde Engelse puriteinen elf jaar in Leiden. Wandelend door de stad kom je nog heel wat sporen van hen tegen.
Vele Amerikanen beroemen zich erop af te stammen van de Pilgrim Fathers – onder anderen de oud-presidenten Bush en Obama. Dat zal mede een verklaring zijn voor het feit dat er in Leiden ruim 400 jaar later nog steeds veel sporen van de Pilgrim Fathers te vinden zijn.
Wie de Pilgrims Route (voor € 6,95 verkrijgbaar bij de VVV) volgt, frist als vanzelf zijn kennis over deze periode uit de geschiedenis op. En krijgt en passant een goede indruk van de oudste delen van de stad. Want Leiden was rond 1600 veel kleiner dan tegenwoordig.
De wandeling begint op de Beestenmarkt bij het Galgenwater. Maar dit gedeelte van de stad is in historisch perspectief nog vrij nieuw. Het is onderdeel van een stadsuitbreiding uit 1611, die noodzakelijk was omdat duizenden vluchtelingen zich in Leiden vestigden. Niet alleen uit Engeland, maar ook uit Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk.
De Pilgrim Fathers vestigden zich vooral rond de Pieterskerk. Vlak bij die kerk, op de plaats waar zich nu het Jean Pesijnhof bevindt, hielden zij kerkdiensten onder leiding van predikant John Robinson. Hij bleef in Leiden toen het grootste deel van de Engelse puriteinen in 1620 met de Mayflower naar Amerika afreisde.
Robinson nam –zo staat in de routebeschrijving te lezen– deel aan het debat tussen gomaristen en arminianen op de Leidse universiteit; hij verdedigde het standpunt van de gomaristen.
Het meest imponerende stadsgezicht is vermoedelijk de blik op de Waag, vanaf de Hoogstraat. Dat was de plek waar de Pilgrim Fathers, bij het Waaghoofd, met hun spullen voor het eerst voet aan wal zetten.
Maar het verrassendste stuk van de route vond ik het gedeelte bij de Hortus botanicus. Kenmerkend voor de oude binnenstad van Leiden zijn de hoog oprijzende, smalle panden gelegen langs grachten. Maar bij de Hortus botanicus is er opeens ook veel groen, al is dat in de winter een relatief begrip. De planten staan niet alleen in de tuinen aan de overkant van het water, maar ook langs de gevels en in potten op de kade.
De route is een prettige combinatie van de bekende hoogtepunten van de stad (Rapenburg, Pieterskerk, het universiteitsgebouw) en minder voor de hand liggende voetpaden en steegjes waar je nauwelijks iemand ziet. Zo was ik verrast door de vele hofjes – in totaal telt Leiden er 35.
Onderweg zijn er genoeg winkeltjes en koffieadresjes om even rond te snuffelen en op te warmen of te gaan zitten.