BinnenlandMuskusratten
Op pad met rattenvangers bij Stolwijk: „Ik wil slimmer zijn dan de rat”

In weer en wind struinen honderden rattenbestrijders langs het water om muskusratten te vangen. Zo moeten oevers veilig blijven. Op speurtocht langs rattenvallen in drassig rietland bij Stolwijk.

Rattenvanger Jan-Adriaan den Hertog haalt bij een watertje tussen Stolwijk en Haastrecht een dode muskusrat uit een rattenklem. beeld Van der Wal Fotografie, Martijn de Zwart
Rattenvanger Jan-Adriaan den Hertog haalt bij een watertje tussen Stolwijk en Haastrecht een dode muskusrat uit een rattenklem. beeld Van der Wal Fotografie, Martijn de Zwart

„Ik heb hier een geslagen klem!” roept Jan-Adriaan den Hertog. Omringd door riet tast de rattenvanger in het water. Beet. Luttele seconden later houdt hij een dode muskusrat omhoog.

„Dit is leuk”, reageert zijn collega Bas Booij. „Het is een tijd terug dat we hier een rat hadden.”

Den Hertog inspecteert het dier. Het blijkt een moer te zijn, een vrouwtje. Hij houdt zijn neus bij het beest. „Ik ruik de sterke geur van musk, dat wordt gebruikt voor parfums.”

Beide rattenbestrijders struinen deze frisse en zonnige eerste februaridag rond in de polders tussen Stolwijk en Haastrecht. Een wereld van riet, sloten en watertjes. Een meerkoet klieft door het water, ganzen gakken, eenden kwaken. De Krimpenerwaard is een eldorado voor muskusratten. Vorig jaar werden daar 8100 van die beesten gevangen.

Beheerders van de 21 waterschappen vingen in 2023 in heel Nederland ruim 51.000 muskusratten, zo’n 5 procent meer dan in 2022. Dat meldde de Unie van Waterschappen deze week. De knaagdieren graven meterslange gangen in oevers en dijken. Dat kan de stabiliteit van waterkeringen aantasten. Daarom zijn zo’n vierhonderd beheerders in touw om de muskusratten te vangen. De waterschappen willen de beesten, oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika, in Nederland over zo’n tien jaar min of meer hebben uitgeroeid.

20073852.JPG
Rattenvanger Bas Booij. beeld Van der Wal Fotografie, Martijn de Zwart

Is dat een gevecht tegen de bierkaai? Nee, vindt Jeroen Haan, bestuurslid binnen de Unie van Waterschappen en portefeuillehouder muskusrattenbeheer. Hij denkt dat het zeker mogelijk is om de muskusrat binnen een jaar of tien grotendeels uit Nederland te krijgen. „Het zal ingewikkeld worden, we zullen ons nog meer moeten inspannen. De natuur blijft de natuur. Je kunt niet met een druk op de knop even de muskusrat uitbannen. De laatste rat is als het ware het meest lastig te vangen. Van belang is om de vinger aan de pols te houden in gebieden, bijvoorbeeld in Friesland, waar de muskusrat voor een belangrijk deel is verdwenen. Om er daar voor te zorgen dat de populatie niet opnieuw groeit.”

Nieuwe technieken kunnen helpen, betoogt Haan. Hij wijst op het eDNA-project, waarmee onder meer in Friesland wordt geëxperimenteerd. „Daarbij wordt de aanwezigheid van de muskusrat in het water gemeten aan de hand van DNA-metingen. Wijst zo’n onderzoek uit dat DNA van het dier is verdwenen, dan kun je muskusrattenbestrijders op andere plekken inzetten.”

Gevoelige kop

Wadend door het water controleren de rattenvangers Booij en Den Hertog eerder gezette rattenvallen. Die worden gemarkeerd door houten stokken met een oranje bovenkant. De locaties staan ook op een app van de rattenbestrijders. De mannen, in dienst van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, beschikken onder meer over een fors hakmes, om bijvoorbeeld riet weg te snijden. Ook dragen ze zogeheten stöberstokken. Daarmee kunnen ze de ratten prikken en uit hun gangen lokken.

Nu gaan de mannen te voet door het zompige land, op andere momenten gebruiken ze quad of kano. Met zijn armlange ‘handschoenen’ tast Den Hertog onder het water. „Ik probeer de klemmen op een donkere plek te plaatsen. Zodat de rat de val niet in de gaten heeft.” Booij wijst op de snorharen van een gevangen muskusrat. „Een rat heeft een gevoelige kop. Het idee van de val is dat hij eerst zijn neus stoot, en dan pas door heeft dat-ie in de val zit.”

20073854.JPG
Bij een duiker inspecteert rattenvanger Bas Booij een vangkooi. beeld Van der Wal Fotografie, Martijn de Zwart

In veel klemmen zit geen rat. Booij, al meer dan tien jaar rattenvanger in de Krimpenerwaard, vermoedt dat muskusratten ‘leren’ en zich wapenen tegen hun bestrijders. „De ratten hebben hier als het ware niet alleen hun hoofdwoning, maar ook nog twintig zomerhuisjes waar ze bij gevaar naar kunnen uitwijken. Net als mensen verschillen ratten. De ene rat is slordig en laat etensresten slingeren. De andere rat ruimt zijn rommel netjes op, en is daardoor minder snel te vinden.”

De mannen kennen de fratsen van de ratten. De beesten verschuilen zich het liefst in ruige oevers. Daar is voedsel en beschutting. De speurders hanteren verschillende methodes om te achterhalen waar de muskusratten onder water hun gangen –in doorsnee zo’n 20 centimeter– graven en zich in een hoger en droog gelegen hol nestelen.

Zo verraden keutels of aangevreten worteldelen van riet het verblijf van de muskusrat. Ook kunnen rattenvangers gangen ontdekken door met een stok in de grond te prikken. Modderig water doet hen vermoeden dat de rat aarde van een uitgegraven gang heeft gedumpt in een sloot. „Per jaar verplaatst een rat gemiddeld dertien kruiwagens aarde”, weet Booij.

Voor een duiker in een sloot haalt hij een vangkooi boven water. Geen rat te bekennen in de fuik. Wel zwemt er een visje in rond.

In de klemmen belanden „onbedoeld” ook onder meer eenden. Booij kent de gevoeligheden rond bijvangsten. „We liggen onder het vergrootglas van natuurorganisaties. Ik wil geen hond in mijn klem hebben. Dan haal je gelijk de lokale krant. Het is onze wettelijke taak Nederland veilig te houden. Tegelijk beschermen allerlei wetten de natuur. Ik ben ook voorstander van de natuur. Maar belangen botsen wel eens. Wij zullen heus wel eens broedende vogels storen.”

Heeft Haan van de Unie van Waterschappen de indruk dat natuurorganisaties kritischer worden op de muskusrattenbestrijding in verband met bijvangst in de klemmen? „Wij staan er open voor bevraagd te worden en vinden bijvangst ook een probleem. We proberen slimmere vangmethoden te vinden die de bijvangst tot een minimum beperken. Zo worden vangkooien voor muskusratten voorzien van een zogeheten otterring, zodat de beschermde otter er niet in kan zwemmen.”

Leeg

Booij rijdt zijn Peugeot-busje over een weggetje naar een paar kilometer verderop gelegen zoekgebied, een boerensloot ten oosten van Stolwijk. De oever zit vol gleuven: sporen van graafwerk van muskusratten. „De eerste klem is een daalder waard”, lacht Booij. Hij haalt een muskusrat uit een val en spoelt de modder van het dode beest.

Het kan niet altijd feest zijn. Voelend onder water ontdekt zijn collega Den Hertog een geklapte klem. Maar die is leeg. Hij bromt teleurgesteld. De rattenvanger schuift ter camouflage wat rietstengels rond de val en plaatst die terug. „Misschien trapt de rat er de volgende keer wel in.” De mannen houden van hun werk. Booij: „Ik heb een soort jachtinstinct. Ik probeer slimmer dan de rat te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer