Van Rijn: gedupeerde moet zelf in actie komen bij strafbaar feit
Mocht er sprake zijn geweest van strafbare feiten bij het grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep, dan is het aan de gedupeerden zelf daar actie op te ondernemen. Het is niet aan de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO) daar iets mee te doen, zei voorzitter Martin van Rijn na de publicatie van het rapport in Hilversum.
„Daar waar de signalen waren, hebben we gezegd: als dat speelt dan moet je er zelf mee aan de gang, want de commissie is geen rechter of politie”, zei de oud-minister. „We hebben ervaringen van mensen opgetekend, zonder er bewijs van te hebben. Die instrumenten hebben we ook niet. We hebben vooral naar de patronen gekeken die eruit voortrollen en daar onze aanbevelingen op gebaseerd.”
Van Rijn wilde zelf geen voorbeelden noemen van gemelde zaken die hiervoor mogelijk in aanmerking komen. Uit het rapport komt naar voren dat grensoverschrijdend gedrag breed speelt bij de landelijke publieke omroepen. Zo zouden medewerkers bij hun keel zijn gegrepen, fysiek tegen de grond zijn geduwd of uitgescholden. De commissie zei geschrokken te zijn van de ernst en de omvang van het gedrag.
„We zijn geschrokken van de omvang, maar ook van de manier waarop dit doorleeft in de levens van mensen”, zei Van Rijn. Hij gaat ervan uit dat veel omroepen zich al bewust zijn van wat er speelt. „Maar hier blijkt maar weer uit dat het een zaak van lange adem is.”
De commissie heeft vijftien aanbevelingen gedaan. Van Rijn vindt alle aanbevelingen even belangrijk. „De omroepen moeten daar morgen mee beginnen.” Hij benadrukte dat vooral nazorg voor de gedupeerden en goed leiderschap prioriteit moeten hebben. Aan dat laatste ontbrak het volgens de voorzitter te lang. „Er was onduidelijkheid over wie er verantwoordelijk was, wie de baas was. Daardoor werd te veel weggekeken en bleven problemen te lang dooretteren.”
Van Rijn adviseert omroepen: „Erken wat er gebeurd is, ontken het niet langer”. Volgens hem kunnen omroepen morgen beginnen met zaken als het zorgen voor een veilige werksfeer, weten wat er op de werkvloer speelt, goed reageren op zaken die spelen en terugkoppelen wat ermee is gedaan.
De voorzitter heeft nog niet van alle betrokken partijen een reactie gekregen. „Maar wat ik er al wel van heb gehoord, is dat ze allemaal erkennen dat het bij hen ook speelt en de conclusies willen omarmen. Dat lijkt me heel goed en een begin van vernieuwing.”