Buitenland

„De paus is slechts dienstbaar aan de dienaars”

Het beeld van Noord-Ierland is dat van een harde tegenstelling tussen rooms-katholieken en protestanten. Onderzoek maakt echter duidelijk dat de scherpe kantjes er op sommige punten af gaan. De weerstand tegen een „juk met de ongelovige” geldt steeds minder voor roomsen en protestanten.

19 April 2002 20:53Gewijzigd op 13 November 2020 23:32

De aanvaarding van gemengde protestants-katholieke huwelijken is de afgelopen tien jaar gestegen. Het aantal getrouwde koppels van de twee godsdiensten is met de helft omhooggegaan (van 6 procent in 1989 tot 9 procent in 1998). Maar de acceptatie van deze huwelijken is nog harder gegroeid. In 1989 was 34 procent van de bevolking er nog tegen, in 1998 nog maar 16 procent. Dat is dus een halvering, zo blijkt uit onlangs gepubliceerde uitkomsten van onderzoek door de Queen’s University en de University of Ulster in Belfast.

Hoe ongewoon gemengde huwelijken vanouds in Noord-Ierland zijn, blijkt wel uit het feit dat er een steungroep voor is. De Northern Ireland Mixed Marriage Association (Nimma), die komend weekeinde haar jaarvergadering houdt, is opgericht om echtparen die een gemengde achtergrond hebben, te steunen.

Paul en Lorraine McHugh vormen zo’n gemengd echtpaar. Ze wonen met drie zoons (13, 12 en 9 jaar) in het dorpje Ballymena, even buiten de Noord-Ierse hoofdstad Belfast.

Paul werd geboren in een arbeidersgezin met twee kinderen. „Wij waren de enige katholieken in ons blok rijtjeshuizen. Over het algemeen hadden we weinig problemen. Alleen tijdens de Oranjeparades kreeg ik wel eens klappen van vrienden. Maar dat was maar twee weken per jaar.”

Bij Paul thuis waren ze wel „zeer katholiek. We gingen meermalen per week naar de mis. Ik dacht ook dat ik een roeping had om priester te worden en daarvoor heb ik vier jaar op een seminarium gezeten. Maar uiteindelijk ben ik iets anders gaan doen. Ik ben gepromoveerd in de virologie en doceer nu natuurkunde.”

Lorraine komt uit een „zeer protestants gezin” aan de Shankill Road in Belfast. „Het is in die arbeidersbuurt sterk loyalistisch. Fanatiek antikatholiek dus. Pappie werkte op een scheepswerf en was bij de Oranjeorde. Elk jaar op de twaalfde juli was er een grote parade. Ook bij andere parades kwamen de leden naar ons huis, omdat mijn vader Grand Master was.

Toen ik twaalf was, kwamen mijn ouders tot bekering en verliet mijn vader de Oranjeorde. Het is een mythe dat de orde een christelijke organisatie is. Ze willen wel meelopen met een parade, maar de kerkdienst die daar onderdeel van is, vermijden ze liever. Pa zag de orde niet meer zitten. We gingen vanaf dat moment elke zondag naar de kerk. Pas op mijn achttiende heb ik zelf een bewuste keus voor het geloof gemaakt.”

Totdat Lorraine op haar 21e naar een bijbelschool in Canada ging, had ze nog nauwelijks contact met katholieken gehad. „Daar ontdekte ik dat de roomsen zo heel erg nog niet waren”, zegt ze vol overtuiging.

Toen Paul en Lorraine verkering kregen, gaf dat bij Paul thuis niet veel problemen. „Mijn zus was al getrouwd met een protestant, dus de weg was gebaand. Mijn ouders hadden veel meer problemen met het feit dat Lorraine MS had. Om die reden raadden ze me af met haar te trouwen.”

Door haar ziekte lag Lorraine lange tijd in het ziekenhuis. „Paul heeft veel nachten bij me gezeten en dan debatteerden we dat de stukken eraf vlogen. Uiteindelijk ontdekten we dat we voor 98,5 procent hetzelfde geloofden. Mijn moeder vond dat ik één juk met de ongelovige aanging en wilde eigenlijk dat Paul zou ophouden naar de mis te gaan. Dat vond ik bekrompen. Je moet de goede dingen uit beide tradities mixen. Mijn ouders hebben Paul nu geaccepteerd. Al blijven er dingen waar we gewoon niet over praten.”

Paul: „Sommigen in de families waren bang dat wij uiteindelijk beiden de kerk zouden verlaten, zoals in veel gemengde huwelijken is gebeurd. Als het geloof niet persoonlijk is, is dat ook een logisch gevolg.”

De gewoonte van het land schreef voor dat Paul en Lorraine in de kerk van de bruid zouden trouwen. Paul: „De bisschop gaf me toestemming in een baptistenkerk te trouwen. Er waren ook priesters in de dienst en in de hal kregen we nog de katholieke zegen. Mijn oma van 80 kwam toen voor het eerst in een protestantse dienst.”

De kinderen McHugh worden zowel katholiek als protestants grootgebracht. Lorraine: „De twee oudsten zijn al aangenomen in de katholieke kerk. ’s Middags gaan ze naar een presbyteriaanse zondagsschool. Ze zijn straks lid van beide kerken.”

Volgens Paul is een dubbel lidmaatschap niet in strijd met de roomse grondgedachte dat de Katholieke Kerk de enige kerk van Christus is. „Dat zegt de paus misschien. Maar hij is de baas niet. Hij is dienstbaar aan de dienaars van God. Je bent eerst lid van het lichaam van Christus. En het maakt niet uit of je katholiek of protestant bent.”

Paul gelooft daarom ook niet in de onfeilbaarheid van de Vaticaanse Vader. „Dat is een vrij modern dogma, uit 1870. Ik voel me daar niet aan gebonden. Ook de Mariaverering zegt me niets. Het centrale punt in het geloof is het leven, het sterven en de opstanding van Christus.”

Lorraine: „Al die katholieke leerstellingen brachten me ertoe de Bijbel beter te gaan lezen. Daar ontdekte ik dat Maria toch wel heel bijzonder is, omdat God haar koos om Zijn Zoon te dragen. Veel protestanten hebben daar geen oog voor. Ook onze kinderen houden we voor alles eerst aan de Bijbel te toetsen.”

Paul: „Het gezag van de Schrift was centraal in Luthers kritiek op de kerk. Heel veel punten die hij aanvoerde, zijn door het Tweede Vaticaans Concilie aanvaard. Ik geloof niet dat Luther nu nog in de ban zou worden gedaan. Zeer orthodoxe katholieken en protestanten zien gemengde huwelijken als een signaal van secularisatie. Als een bewijs dat wij de grondstukken van ons geloof verloochenen. Maar zo zie ik dat niet.”

Lorraine: „Alleen volwassenen raken hierover in verwarring. Voor kinderen is het heel normaal.”

En om dit te demonstreren, roept ze haar oudste zoon in de kamer. „Gerald, is het mogelijk om tegelijk 100 procent protestant en 100 procent katholiek te zijn?”

Zoonlief knikt beslist: „Jazeker, dat zijn wij immers.” Moeder Lorraine: „Zie je nu wel?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer