Oorlog rekent af met coronabonje
Een recent gesprek met Ofra, de gemeenschapsmanager van onze kibboets, leverde mij een nieuw perspectief op de oorlog op. Ze stelde namelijk dat de oorlog de ultieme antithese van de coronapandemie is. Hoe zit dat?
In haar rol als gemeenschapsmanager werd Ofra met name met de sociale impact van de pandemie geconfronteerd. In kleine dorpen zoals de onze, waar iedereen van alles van elkaar weet, liepen discussies over het coronabeleid hoog op. Onderlinge spanning, het gebrek aan gemeenschappelijke evenementen en ieders pogingen om zijn of haar gezondheid te beschermen door afzondering, deden de sociale lijm afbreken en de eenzaamheid toenemen.
De coronacrisis ligt al een tijdje achter ons, maar veel effecten daarvan nog niet. Als relaties eenmaal verwelken, blijkt het lastig om de draad weer op te pakken. Als je gewend bent geraakt aan de gemakken van de onlinewereld, valt de weg terug naar de echte wereld soms tegen. Volgens Ofra is het de oorlog die dusdanig aan onze fundamenten, gewoonten en gedragspatronen schudt, dat het daarbij afrekent met de laatste restjes corona-effect. Bovendien werkt de psychologie van oorlog zo dat men kracht vindt in het collectief.
Twee buurvrouwen die elkaar al tijden mijden, belanden in pyjama en met een slaperig hoofd in de gemeenschappelijke schuilkelder als de luchtalarmen loeien. Het ijs wordt al snel gebroken. Waar er voorheen een serieuze terugloop van vrijwilligers was, staan mensen nu te springen om een bijdrage te leveren. Het koffiehuis en café van Afik hebben veel toeloop nu dorpsbewoners het liefst in de nabijheid van thuis recreëren. In lijn van diezelfde ontwikkeling steeg de vraag naar culturele evenementen, concerten, praatavonden en workshops in ons eigen dorpscentrum. „Men ontmoet elkaar weer”, aldus Ofra. „Een mooie bijwerking van een verdrietige oorlog.”
Een andere factor die de sociale samenhang in Afik bevordert is ons lokale veiligheidsteam. De mannen, velen wat stug en niet van het kaliber ”ik-heb-zin-in-koffie-met-de-buren”, doen sinds 7 oktober iedere keer in een andere samenstelling patrouilles, poortwacht en training. Het resultaat van al die uren gedwongen samenzijn mag er zijn; de heren kennen elkaar behoorlijk goed en er zijn zelfs vriendschappen en een gebedsgroep ontstaan.
Ik wens u natuurlijk geen oorlog toe, maar in tijden van grote polarisatie en een serieuze eenzaamheidspandemie wens ik het een ieder toe eenvoudige manieren te vinden om elkaar te ontmoeten en vast te houden, net als in Afik.
Onze correspondente in Israël, Jeannette Gabay-Schoonderwoerd, houdt een dagboek bij vanuit haar woonplaats Afik, in het noorden van Israël. Deel 46.