VNO-NCW blij dat diversiteit oploopt, maar nog veel werk te doen
Het is goed dat de diversiteit in de top van het Nederlandse bedrijfsleven gestaag oploopt, maar er is ook nog veel werk te doen. Dat zegt algemeen directeur Focco Vijselaar van werkgeversorganisatie VNO-NCW als reactie op nieuwe cijfers van de Sociaal-Economische Raad (SER). Daaruit blijkt dat het percentage vrouwen in besturen tussen 2020 en 2022 toenam van 13,8 procent naar 14,7 procent.
Grote bedrijven geven voor het eerst volledig inzicht in de man-vrouwverhouding aan de top en subtop van hun bedrijf. „Diversiteit voegt bewezen waarde toe aan een bedrijf”, zegt Vijselaar. „Doordat bedrijven een plan moeten maken en ze van elkaar kunnen leren verwacht ik dat de groei van de diversiteit in de boardroom verder zal versnellen”, stelt hij bovendien. De Sociaal-Economische Raad (SER) presenteerde maandagochtend een nieuwe digitale tool waarmee per bedrijf en sector de diversiteit en plannen daarvoor openbaar worden gemaakt.
In raden van commissarissen steeg het percentage vrouwen een stuk harder, maar daar is ook een quotum ingevoerd. De adviesraad noemde het zelf een „hardnekkig gegeven” dat het percentage vrouwen in besturen achterblijft.
Versnelde groei is volgens Vijselaar nodig, want nog veel talent blijft onbenut. „Daarom is het belangrijk dat het beleid gericht is op het steeds vergroten van de kweekvijver van vrouwelijk talent.”
Via het Diversiteitsportaal van de SER hebben 5800 bedrijven de kans gehad om te rapporteren over de man-vrouwverhouding in de top van hun bedrijf. Deze ondernemingen vallen onder een wet voor meer vrouwen in de top. In totaal zijn de rapportages van 2057 bedrijven geanalyseerd, wat betekent dat een deel van de bedrijven hier geen openheid over heeft gegeven. De SER benadrukte maandag ook dat er „nog echt werk aan de winkel” is als het gaat om de transparantie van bedrijven over diversiteit in de top.