De zogenoemde natuurdoelanalyses die provincies gemaakt hebben voor kwetsbare natuurgebieden, bevestigen volgens de toezichthouder dat het „slecht gaat met de stikstofgevoelige Nederlandse natuur”. Dat is in strijd met Europese regels, die voorschrijven dat de toestand van beschermde natuurgebieden juist niet achteruit mag gaan.

„Essentieel voor een gezonde natuur zijn een gezonde bodem, schoon water en schone lucht”, aldus het rapport. „In veel gebieden wordt niet voldaan aan deze randvoorwaarden en is snel verbetering nodig.” Daarbij moet ook worden gedacht aan maatregelen rondom deze gebieden.

Deze ingrepen kunnen niet wachten, aldus de Ecologische Autoriteit, die hamert op „grote urgentie”. Zonder natuurherstel blijft immers de bouw van onder meer woningen stagneren en is de ruimte voor nieuwe economische ontwikkeling beperkt. „De oplossing van dit probleem is dan ook van belang voor de hele samenleving.”

Natuurmonumenten vindt dat de politiek in Den Haag snel actie moet ondernemen. „Hoe langer we wachten met het aanpakken van deze oorzaken van de achteruitgang van de natuur, hoe moeilijker en duurder natuurherstel wordt”, zegt directeur Pim van der Feltz van Natuurmonumenten in een reactie. „Boswachters én boeren zijn hoeders van het buitengebied. Zij moeten in staat worden gesteld om natuur te beschermen en ons platteland leefbaar te houden. De conclusies van de Ecologische Autoriteit vormen een duidelijke opdracht aan het nieuwe kabinet.”