Mens & samenlevingcolumn mariska
Van die dagen die schreeuwen om chocola

Goede voornemens hébben is één, ze uitvoeren is een ander verhaal. Veel mensen besluiten om per 1 januari te stoppen met roken, meer te bewegen en gezonder te eten, maar geven het rond half januari alweer op.

mariska@rd.nl
beeld RD
beeld RD

Sommige wetenschappers noemen 12 januari als dé datum waarop de meeste mensen afhaken. Sjaak Afhaakdag wordt dat moment wel genoemd. Vraag me niet wie Sjaak is, want dat heb ik niet kunnen vinden. Ook analisten van Strava, een app waarmee je sportieve activiteiten kunt bijhouden en delen, concluderen: bij een groot aantal sporters is het vanaf 19 januari gebeurd met de goede voornemens.

Duidelijk is in ieder geval dat het niet zo makkelijk is om iets wat je járen op een bepaalde manier deed, opeens anders te doen. Wie altijd na het eten een sigaretje opstak, moet alles uit de kast halen om daar opeens mee te stoppen. Hetzelfde geldt voor stresseten, bankhangen en voor het afleggen van kleine tochtjes met de auto en niet met de fiets.

Misschien bleef ik daarom op oudjaarsdag stil toen mij werd gevraagd welke goede voornemens ík had. Niet omdat ik niets kon verzinnen, maar omdat ik wist dat ik ze zou moeten volhouden, dat ze geen bevlieging moesten zijn. En dat mensen na een paar weken zouden kunnen vragen: „Hoe staat het nou met…?”

Gelukkig kan ”besluiten dat iets anders moet” iedere dag, hield ik mezelf op 31 december voor. Misschien is het zelfs beter om goede voornemens níét op 1 januari te laten ingaan, maar een paar weken later. Ten eerste heb je dan die eerste donkere, koude, grijze dagen van januari al achter de rug, van die dagen die je haast toeschreeuwen dat je chocola nodig hebt voor een beetje vrolijkheid en dat je wel even op de bank móét zitten om bij te komen.

En ten tweede: het is dan een beslissing die jij zelf neemt op een moment dat het jou uitkomt. Dat scheelt een hele hoop druk van een omgeving die jou nauwlettend in het oog houdt, omdat iederéén rond 1 januari immers goede voornemens moet hebben (en jij dus blijkbaar ook).

Hoe langer ik erover nadenk, hoe positiever ik erover word: ik neem mezelf voor om binnenkort alsnog een poging te doen. Wanneer ik precies begin? Dat zeg ik natuurlijk niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer