Werknemer wil best inleveren voor duurzame baan
Een groeiend aantal Nederlanders vindt werken bij een duurzaam bedrijf zo belangrijk dat ze daarvoor salaris willen inleveren. Arbeidseconoom Paul de Beer: „We denken vaak dat werknemers afhaken zodra het geld gaat kosten. Maar dat is niet zo.”
Installateur van zonnepanelen? Ontwikkelaar van warmtepompen? Of een baan bij een bedrijf dat CO2-neutraal wil werken? Ruim twee derde van de Nederlanders heeft liever een baan bij een klimaatbewuste organisatie dan bij een organisatie die dat niet is. En een substantieel deel van hen is zelfs bereid daarvoor fors salaris in te leveren.
Dat komt naar voren in een onderzoek van arbeidseconomen Paul de Beer en Wieteke Conen dat maandag is gepubliceerd. Zij onderzochten wat een duurzamere economie Nederlanders waard is.
Vergeleken met eerdere onderzoeken telt voor werknemers nu zwaarder dat een bedrijf duurzaam opereert en geen CO2 uitstoot, concludeert De Beer, die als hoogleraar verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam. „In eerdere onderzoeken zeiden mensen wel dat ze in hun werk wilden bijdragen aan het oplossen van milieuproblemen. Maar dat scoorde nooit heel hoog. Daarom zijn we wel verrast dat het nu zo zwaar meeweegt. Voor een duurzaam bedrijf werken is belangrijker geworden.”
Voor vrouwen, hoogopgeleiden en ouderen telt dat zelfs zo zwaar, dat ze bereid zijn om zelfs 20 procent salaris in te leveren om naar een duurzaam bedrijf over te stappen.
„Vrouwen zijn altijd al meer gericht geweest op zinnig werk en goede contacten, in plaats van een goede beloning”, legt De Beer uit. „Ook verdienen vrouwen in Nederland vaak niet het grootste gedeelte van het huishoudinkomen. Zij kunnen zich permitteren loon in te leveren, omdat ze een partner hebben met een fulltime baan.”
Schaapjes op het droge
Hoogopgeleiden zijn bereid een lager salaris te accepteren omdat zij zich vaker zorgen maken over klimaatverandering, zegt de econoom. „Bij oudere werknemers speelt mogelijk mee dat ze hun schaapjes al op het droge hebben en daarom minder hechten aan een goed salaris en juist meer aan werken bij een klimaatbewuste organisatie.”
Hoeveel Nederlanders akkoord zouden gaan met een lager salaris in ruil voor een ‘groenere’ baan vermeldt het onderzoek niet. Maar duidelijk is wel dat het om een substantieel aantal gaat.
Is het mogelijk dat de ondervraagden sociaal wenselijke antwoorden hebben gegeven en in werkelijkheid helemaal geen loon willen inleveren? Ja, zegt De Beer. Maar in dit onderzoek is de kans daarop kleiner, zegt hij. Want ondervraagden is niet rechtstreeks gevraagd of zij een lager salaris accepteren voor een ‘groenere’ baan. Hun is gevraagd wat zij vinden van allerlei banen en daaruit zijn conclusies getrokken.
Niet iedereen is bereid salaris in te leveren voor een ‘groene baan’, zo blijkt. „Veel jongeren vinden werken voor een duurzame organisatie wel belangrijk, maar zij vinden hun salaris nog belangrijker”, aldus De Beer. „Waarschijnlijk komt dat doordat ze ook genoeg geld willen hebben om een gezin te vormen en comfortabel te leven. Voor werkenden met een hoog inkomen geldt iets soortgelijks.”
Afhaken
Maar niet iedereen heeft daar dus moeite mee, blijkt uit het onderzoek. „We denken vaak dat mensen onmiddellijk afhaken zodra het geld gaat kosten. Maar dat is niet zo. Werkenden vinden ook inhoudelijk leuk werk en prettige collega’s belangrijker dan hun inkomen. Werkgevers zouden daar serieus over moeten nadenken. Dat verschilt misschien per bedrijf, maar het kan een manier zijn om te besparen op loonkosten en daarmee de investering in duurzaamheid terug te verdienen. Het kan ook helpen om personeel te vinden in deze krappe arbeidsmarkt: werknemers vinden meer belangrijk dan alleen een goed salaris of een auto van de zaak.”
Ook vakbonden kunnen inzetten op een lagere loonstijging, in ruil voor een meer duurzame koers van bedrijven. „Zij zullen daar misschien wat sceptisch tegenover staan, omdat het lastig is daarover harde afspraken te maken. Maar het is goed als zij dit op de agenda zetten. Veel mensen maken zich zorgen of er voor hun kinderen en kleinkinderen wel een leefbare aarde overblijft. Ik denk dat werknemers hun vakbond steunen als die daarover afspraken maakt.”