Het andere Pompeï: een damspel, glaswerk en zwartgeblakerde broden
In het Archeologisch Park van Pompeï staat dit jaar de gewone burger van de door lava verzwolgen stad centraal. Dit keer eens geen rijk versierde fresco’s in de schijnwerpers. Maar een damspel, voorraden uit keukenkastjes en een slavenarmbandje.
„Dit keer willen we de geschiedenis op een andere manier vertellen”, zegt Gabriel Zuchtriegel, directeur van het Archeologisch Park van Pompeï. Tot nu toe was er vooral belangstelling voor de elite; niet voor armen en vrouwen. Dat begon al met de klassieke auteurs, die zelf ook tot die elite behoorden, net als hun lezers. In tentoonstellingen is daarom ook steeds de nadruk gelegd op grote namen, indrukwekkende monumenten en fraaie kunst.
Dat gebeurt ook hier in Pompeï waar verreweg de meeste bezoekers van de ene met rijke fresco’s versierde patriciërswoning naar de andere lopen en kleine woninkjes en taveernen links laten liggen. En dat terwijl de gewone burgers ooit toch zeker 80 procent van de bevolking van Pompeï uitmaakten.
Granaatappel
Zuchtriegel presenteerde afgelopen dinsdag voor de internationale pers de tentoonstelling ”Het andere Pompeï – Gewone levens in de schaduw van de geschiedenis”, die tot het eind van dit jaar te zien is in het museum dat deel uitmaakt van het archeologisch complex. De expositie is opgebouwd met materiaal uit Pompeï zelf, waarvan een deel als minder belangrijk lag te verstoffen in magazijnen. Zij laat daarmee minder bekende en ondergewaardeerde aspecten zien van de stad die in het jaar 79 werd verzwolgen door lava van de Vesuvius en nu een van de grootste toeristische trekpleisters ter wereld is.
De tentoongestelde objecten gaan van glaswerk en keramiek naar eenvoudige sieraden en beeldjes, fresco’s van ambachtslieden en marktkoopmannen, een damspel en de tarievenlijst van een prostitué, tot aan voorraden uit keukenkastjes: tuinbonen, olijven, johannesbrood en granaatappels. Ook verse broden zijn opmerkelijk goed bewaard gebleven – weliswaar volkomen zwartgeblakerd.
Pompeï is vermaard door afgietsels van de lijken van slachtoffers van de uitbarsting van 79. Daarvan zijn er nu ook te zien, maar de nadruk ligt op rekwisieten zoals de nog duidelijk herkenbare sandalen met veters van een op zijn zij liggende man. Het meest indrukwekkend zijn voorwerpen die herinneren aan de slaven: voetboeien, enkelbanden, een minuscule slavenkamer met drie bedden en een armband met de inscriptie ”van de heer aan zijn slavin”.
Slaven
De expositie sluit goed aan op de recente geruchtmakende opgraving van een bakkerij waar tot slaaf gemaakten werkten. Dat gebeurde eigenlijk per ongeluk, vertelt Zuchtriegel: „Een aanzienlijk deel van Pompei ligt nog onder de grond en het was niet de bedoeling om op korte termijn nieuwe opgravingen te starten. Maar omdat naast het blootgelegde gedeelte de bodem begon te verzakken, moest er wel iets gebeuren.” Zodoende is wijk nummer 9 van Pompeï nu het toneel van koortsachtige drukte met op volle toeren werkende graafmachines, metalen buizen tegen pas ontdekte muren en archeologen die fresco’s en mozaïeken reinigen. Voorlopig zal dit gedeelte nog niet voor het publiek geopend zijn.
Directeur Zuchtriegel geeft alvast een rondleiding, waarbij we bij de bakkerij uitkomen. Naast de molenstenen, de oven en de latrine wijst de directeur op een in het rood geschreven tekst op de muur van de woning. Het is een oproep van de eigenaar om hem, Aulus Rustius Verus, te kiezen tot aedilis, toezichthouder op de stedelijke infrastructuur, destijds een prestigieuze en lucratieve functie. Met zijn bakkerij, en dus met de belofte van gratis brood, kon hij zijn politieke propaganda kracht bijzetten.