De Universiteit van Amsterdam werkte aan het betreffende onderzoek mee en meldde de resultaten dinsdag. Deze week is de wereldwijde politieke en zakelijke elite in het Zwitserse Davos bijeen voor de jaarlijkse bijeenkomst van het WEF.

In het rapport worden wereldwijd economieën geanalyseerd op basis van vier pijlers, in plaats van harde groeicijfers. Naast veerkracht, innovatie en duurzaamheid gaat het daarbij om inclusiviteit.

Nederland scoort lager op het gebied van duurzaamheid door de grote overheidssteun aan de fossiele sector, de forse uitstoot van broeikasgassen en de achteruitgang van de biodiversiteit. Qua investeringen in duurzame energie scoort Nederland wel uitstekend, maar de score van 50,6 is alsnog slechts goed voor plaats 36 qua duurzaamheidsscore van de 107 landen die zijn geanalyseerd. Op het gebied van veerkracht, innovatie en inclusiviteit staat Nederland telkens in de top tien.

Over het algemeen scoren minder ontwikkelde economieën beter op het gebied van duurzaamheid omdat ze in veel mindere mate natuur ten koste laten gaan van economische groei. Maar rijkere landen als Zweden en Finland laten met hun tweede en achtste plaats zien dat ook rijkere landen op het gebied van duurzaamheid goed kunnen scoren.

Door onder meer de goede om- en bijscholing scoort Nederland veel beter op de pijler veerkracht, waarop het de achtste score ter wereld noteert.

Uitdagingen binnen dit criterium zijn volgens het rapport de vergrijzing en polarisatie. Onze economie is qua inclusiviteit de zevende ter wereld, maar heeft daarbij wel onder meer last van de gevolgen van de woningnood.

Nederland scoort het best op het gebied van innovatie, met de zesde plaats. Daarbij profiteert ons land van de goede wetenschappelijke instellingen en de bereikbaarheid van het mobiele netwerk.

Aandachtspunten voor innovatieve groei blijven volgens Henk Volberda, onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam, onder meer „de beperkte beschikbaarheid van kenniswerkers en het gebrek aan politieke visie en stabiliteit”.