Rechter doet uitspraak in zaak gedupeerden van aanval op Hawija
De rechtbank in Den Haag komt met een tussenvonnis in de bodemprocedure die Iraakse gedupeerden van de Nederlandse luchtaanval op Hawija tegen de Nederlandse staat hebben aangespannen. Bij de operatie kwamen tientallen mensen om het leven.
De eisers noemen de aanval van 2 op 3 juni 2015 onrechtmatig. Raadsvrouw Liesbeth Zegveld, die de Irakezen vertegenwoordigt, zei tijdens de eerste zitting dat de voorbereiding van de aanval slordig is geweest. Het doelwit zou onder meer niet lang genoeg zijn geobserveerd.
Nederland nam destijds deel aan de strijd tegen terreurgroep Islamitische Staat (IS). Nederlandse F-16’s bombardeerden een pakhuis van IS in Hawija waar berm- en autobommen werden gemaakt. Er bleek veel meer explosief materiaal opgeslagen dan gedacht en er volgde na de aanval een tweede explosie die veel van de omgeving verwoestte.
Het kabinet heeft eerder laten weten het grote aantal doden te betreuren, maar de aanval niet onrechtmatig te vinden. Het ministerie van Defensie heeft wel 4 miljoen euro uitgetrokken voor herstel van Hawija. De projecten om de infrastructuur, basisvoorzieningen en werkgelegenheid te verbeteren zijn inmiddels afgerond.
De landsadvocaat benadrukte in de eerste zitting dat er zorgvuldig is gehandeld. Er ging een lang traject aan de operatie vooraf en het voorkomen van burgerslachtoffers was daarbij heel belangrijk. Het gaat om een unieke zaak, aldus de landsadvocaat. Bij eerdere aanvallen op soortgelijke werkplaatsen van IS volgde nooit een zware tweede explosie na een aanval.