Gemeenten, provincies en COA: smeken voor spreidingswet te stemmen
Namens alle 342 gemeenten, twaalf provincies, twaalf commissarissen van de Koning en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vroeg burgemeester van Dronten Jean Paul Gebben dinsdagmiddag de Eerste Kamer om „met hoofd, hart en buik te stemmen, en niet politiek te stemmen”. „Ik zou bijna zeggen: wij smeken u om voor de spreidingswet te stemmen”, zei Gebben bij het aanbieden van een gezamenlijke petitie aan Alexander van Hattem, voorzitter van de senaatscommissie Immigratie en Asiel.
„We hebben 63.000 asielzoekers in Nederland en we moeten zorgen voor een goede opvang verspreid over het land”, benadrukte hij. De overhandiging was in bijzijn van onder anderen burgemeesters Pieter Verhoeve van Gouda, Liesbeth Spies van Alphen aan den Rijn en Floor Vermeulen van Wageningen. Ook gedeputeerde Jan de Reus van de provincie Flevoland en Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning in Drenthe, waren erbij.
Na maandag debatteert de Eerste Kamer ook dinsdag over de omstreden wet, die moet zorgen voor een eerlijke verdeling van asielzoekers over Nederlandse gemeenten. Het is nog onzeker of het wetsvoorstel op een meerderheid kan rekenen. Volgende week dinsdag is de stemming.
Hoewel veel gemeenten nog geen asielzoekers opvangen, zegt Gebben geen bestuurders te kennen die het echt niet willen. „Ik zeg niet dat ze er niet zijn, maar ik ken ze niet. Ik zit achttien jaar in het openbaar bestuur, dus ik ken veel bestuurders.” De spreidingswet geeft gemeenten volgens de burgemeester een steuntje in de rug om toch opvang te bieden.
Gebben heeft in zijn gemeente 1300 reguliere opvangplekken en nog eens 1500 in de noodopvang. Hij wil nog niet vooruitlopen op de uitkomst van de stemming. Mocht er toch geen meerderheid komen voor de spreidingswet, dan „blijven we heen en weer hannesen met asielzoekers”, zegt de burgemeester. „In bussen van de ene opvang naar de andere. Noodopvangen opzetten en weer afbreken. En noodopvang is twee keer zo duur als reguliere opvang, dus dat geld gaat niet naar integratie, taallessen, onderwijs et cetera.”