Diplomatiek balanceerwerk: EU-landen zoeken hulpgeld Oekraïne
De Europese landen hebben een manier gevonden om misschien 50 miljard euro extra hulpgeld voor Oekraïne mogelijk te maken. Hongarije lag in december nog dwars, maar lijkt inmiddels toeschietelijker.
Een werkvergadering van EU-diplomaten uit de 27 EU-landen heeft nu een compromis opgeleverd dat niet door Hongarije is geblokkeerd.
De kwestie over het hulpgeld is ingewikkeld omdat hiervoor de EU-meerjarenbegroting moet worden aangepast. Daarover moeten alle 27 lidstaten én het Europees Parlement het eens zijn. Na de Hongaarse tegenstem op de topconferentie van Europese regeringsleiders in december werd een nieuwe Europese top gepland op 1 februari. De hoop is dat de EU-regeringsleiders dan wel unaniem kunnen besluiten.
Intussen wordt er op diplomatiek niveau hard gewerkt om de EU-landen zo veel mogelijk bij elkaar te brengen. Het dinsdag gevonden compromis is dat de EU-landen nu alvast met het Europees Parlement onderhandelen over een basisverdrag voor het hulpgeld. Het idee daarachter is dat als er een raamwerk ligt, het hulpgeld straks sneller kan worden uitgekeerd. Oekraïne heeft aangegeven het geld dringend nodig te hebben voor de oorlog tegen Rusland en andere kosten.
Hongarije heeft volgens diverse diplomaten aan het blad Politico en anderen laten doorschemeren dat het inmiddels akkoord kan gaan met het geld voor Oekraïne als het hulpgeld over vier jaar wordt gespreid en in vier kleinere, jaarlijkse porties wordt verdeeld. Over die kleinere porties zouden de 27 EU-landen dan jaarlijks unaniem moeten beslissen. Die oplossing heeft ook nadelen. Want Hongarije kan dan ieder jaar opnieuw de andere EU-landen en Oekraïne in spanning houden of het akkoord wil gaan met de uitkering ervan.
Daarom werkt de Europese Commissie nog aan een ander voorstel waarbij het hulpgeld voor Oekraïne via een apart financieringssysteem wordt samengebracht, buiten de reguliere EU-begroting om. Voordeel daarvan zou zijn dat de overige 26 EU-landen hierover kunnen beslissen zonder Hongarije.
Maar voorlopig hebben diplomaten dus weer een uitweg gevonden uit de EU-ruzie. Mede dankzij België. De Belgen zijn vanaf 1 januari voor een half jaar de voorzitter van de periodieke vergaderingen van EU-vakministers en -diplomaten. Elk EU-land is per toerbeurt voor een half jaar voorzitter en moet dan proberen de nationale standpunten bij elkaar te brengen. Daarna is Hongarije aan de beurt.