Kennisinstituut: veel mensen vinden uit eten gaan te duur
Restaurants en cafés hebben hun omzet afgelopen jaar flink zien toenemen. Maar die groei komt vooral omdat de prijzen zijn gestegen, niet omdat er meer eten en drinken werd verkocht. Volgens Inga Blokker, directeur van het FoodService Instituut Nederland, vinden veel mensen uit eten gaan in Nederland „te duur” en staat het verdienmodel in de sector onder druk.
Het beeld van de horeca dat het instituut maandag presenteert tijdens horecavakbeurs Horecava is niet heel rooskleurig. In de branche ging in totaal 11,6 miljard euro om, bijna 13 procent meer dan een jaar eerder. Maar Blokker maakt zich zorgen over de winstgevendheid. Bijna alle horecabedrijven kampen volgens haar met krimpende winstmarges door hogere kosten. Ook is er een gebrek aan personeel en de concurrentie van bijvoorbeeld supermarkten neemt toe.
„Retailers maken grote stappen om Europees in te kopen, terwijl de horeca nog bezig is om drie flesjes melk van de lokale boer, via de grossier, bij de ondernemer te krijgen”, schetst Blokker. „Dat prijsverschil moet de horeca nu oplossen door beleving te bieden aan de gasten. Maar de mogelijkheden daartoe zijn nu echt wel benut.”
Ze pleit ervoor dat ondernemers in de sector efficiënter gaan werken. „Het is hard nodig om de horeca op die manier betaalbaar te houden voor de consument. De horeca moet van iedereen blijven en niet alleen ‘een ding’ worden voor de ‘happy few’.”
Volgens de FSIN-directeur zijn er ook lichtpunten. Het verkoopvolume daalde weliswaar in de tweede helft van 2023, maar minder dan verwacht. Het sentiment is nu ook anders dan bijvoorbeeld tijdens de financiële crisis van 2008, merkt Blokker op. „Ook nu vinden veel mensen uit eten gaan te duur, maar de behoefte daaraan onder jongere generaties is vele malen groter dan in het verleden het geval was.”
De nieuwere generatie besteedt volgens haar gemiddeld meer dan 2200 euro per jaar aan uit eten gaan, terwijl een babyboomer hieraan jaarlijks niet meer dan 485 euro zou willen besteden. Ondanks de problemen rekent het FSIN voor 2024 dan ook opnieuw op een omzetgroei van 3,5 procent.
„We verwachten nog steeds lichte groei, ook als de consument de hand op de knip houdt. De economische projecties zijn niet fantastisch, maar ook niet dramatisch. Volgend jaar stijgt de koopkracht weer, na de forse daling in 2023. De werkloosheid is historisch laag, de inflatie daalt sterk, het toerisme trekt verder aan en het consumentenvertrouwen verbetert eveneens”, somt Blokker op.