Stormloop op producten Israëlcentrum in Nijkerk
Het Israëlcentrum in Nijkerk, onderdeel van stichting Christenen voor Israël, heeft de verkoop in de afgelopen maanden met bijna een kwart zien stijgen.
Sinds de aanval van Hamas op Israël, op 7 oktober, weten veel meer mensen de winkel te vinden. En dat niet alleen. Volgens Pieter van Oordt, directeur van het Israël Products Centre (IPC), waaronder de winkel in Nijkerk valt, nemen ook de onlineverkopen en die via consulenten fors toe.
Dat toont volgens hem duidelijk aan dat mensen in deze tijd graag iets voor het Joodse volk willen doen. Van Oordt: „Temeer omdat de staat Israël in de media vaak in een kwaad daglicht wordt gesteld en steeds vaker wordt opgeroepen tot het boycotten van het land het land, of delen ervan.”
Verslagenheid
Hij is eind november nog in Israël geweest. „Ik heb daar enkele tientallen leveranciers bezocht. Vanwege de oplevende verkoop kon ik flinke orders bij ze plaatsen.”
De steun vanuit Nederland doet zijn contactpersonen goed. „In Israël heerst nog steeds grote verslagenheid vanwege het bloedbad dat terreurbeweging Hamas heeft aangericht. Als mensen daar dan merken dat er vanuit het buitenland met hen wordt meegeleefd, raakt hen dat. Dit soort signalen brengen hoop en troost aan een volk dat meer en meer in een isolement raakt.”
Het gros van de leveranciers leed niet rechtstreeks schade door het terrorisme, maar velen hebben er wel last van. En dat niet alleen omdat hun medewerkers bij raketaanvallen naar de schuilkelders moeten vluchten. De productie bij de bedrijven staat vooral onder druk omdat honderdduizenden mannen zijn opgeroepen om in het leger te dienen.
Sokken
In ieder geval één zakenpartner van het IPC is niet meer in staat om te leveren. Van Oordt: „Wij kopen sokken in kibboets Dan, die vlakbij de Libanese grens ligt. Deze kibboets is ontruimd vanwege de dreiging van Hezbollah en de productie van het bedrijf moest daarom tijdelijk worden gestaakt.”
De stijging van de verkoop betreft het hele assortiment. Dat bestaat onder meer uit wijnen, huidverzorgingsproducten, sieraden en cadeauartikelen.
„En we verkopen vlaggen”, voegt Van Oordt eraan toe. „Maar die waren half oktober al uitverkocht. In korte tijd gingen er zo’n vijfhonderd over de toonbank.”
Niet alle leveranciers van het IPC zijn Israëliërs. Van Oordt: „Wij kopen ook bij Palestijnse bedrijven in Bethlehem: handdoeken en olijfhouten producten.”
Verder werken er veel Palestijnen bij de relaties van het IPC. „Die productie gaat ondanks de oorlog gewoon door. De Palestijnen die daar in dienst zijn, willen heel graag komen. Zij verdienen een salaris volgens de Israëlische norm, die vijf maal hoger ligt dan die in Palestijnse bedrijven.”
Moordenaars
Behalve veel positieve aandacht krijgt het Israëlcentrum ook negatieve reacties. Van Oordt: „Dat was altijd al zo, maar het zijn er nu wel wat meer. Het gaat daarbij niet om klanten, want die steunen Israël massaal. Denk aan berichten op Facebook en Instagram. Vooral op dat eerste medium worden we soms weggezet als supporters van moordenaars. Iemand schreef dat de Joden het bloed van Palestijnse kinderen gebruiken om er wijn van te maken. Dat gaat erg ver, maar gelukkig komen zulke insinuaties niet veel voor.”